Machine Name
status

Grizzlybeer

De grizzlybeer (of Ursus arctos horribilis) is een ondersoort van de bruine beer. Hij komt voor in het noorden van de Verenigde Staten en Canada en wordt vaak de Noord-Amerikaanse bruine beer genoemd om verwarring te voorkomen. Een grizzlybeer is te herkennen aan zijn dikke, bruine vacht, een grote bult tussen de schouders, een rechte snuit en ronde oren. Ze hebben sterke voorpoten met lange klauwen die ze gebruiken om te graven en te jagen. Ze kunnen extreem groot worden, maar er is veel variatie in grootte tussen de verschillende populaties.

Groene leguaan

De groene leguaan (of Iguana iguana) is een grote hagedissensoort die voorkomt in heel Midden-Amerika, het noorden van Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Hij heeft een lange staart en een gekartelde kam die van zijn kop tot de onderkant van zijn ruggengraat loopt. Verder heeft hij gespierde poten met lange tenen en klauwen. Ze kunnen ook strepen hebben op hun staart en lichaam.

Flamingo

De flamingo (of Phoenicopterus roseus) is een forse trekvogel met een groot verspreidingsgebied in Europa, het Midden-Oosten, Azië en Afrika. Hij leeft in de lagunes en op de wadden van landen met een gematigd of warm klimaat. Met zijn snavel wroet hij in de modder en filtert er algen, ongewervelde dieren en zaadjes uit.

Australische bruine slang

De Australische bruine slang (of Pseudonaja textilis) is een giftige reptielensoort die in Australië en Nieuw-Guinea leeft. Hij geeft de voorkeur aan droge gebieden en is daarom te vinden in grasland, struweel en dun begroeide bossen. De slangen zijn licht tot donkerbruin van kleur, hebben vaak een lichtere onderkant en kunnen iets donkerdere spikkels hebben op hun schubben ter camouflage. Australische bruine slangen zijn gemiddeld 1,5 tot 2 m lang. De soort staat bekend om zijn verdedigende houding.

Doodsadder

De doodsadder (of Acanthophis antarcticus) is een giftige slang die leeft in de graslanden, bossen en 'bushlands' van Oost- en Zuid-Australië. Hij heeft een platte, driehoekige kop, een gedrongen lichaam en een dun staartpuntje. Hij heeft ook een ringenpatroon in de kleuren lichtbruin, donkerbruin en grijs om goed verborgen te kunnen blijven in bijvoorbeeld dode bladeren. Gemiddeld is de doodsadder tussen de 70 en 100 cm lang.

Boa constrictor

De boa constrictor is een grote slangensoort die voorkomt in Midden- en Zuid-Amerika. Ze zijn wijdverspreid en onderverdeeld in 9 ondersoorten. Alle soorten kunnen in de meeste omgevingen leven, maar je treft ze het meest aan in regenwouden, kustgebieden en halfwoestijnen. De slangen hebben veel verschillende kleuren en patronen, maar over het algemeen hebben ze lichtbruine, donkerbruine en zwarte schubben in een ruitvormig patroon over het hele lichaam. De soort is seksueel dimorf: de mannetjes en vrouwtjes zien er anders uit.

Gemsbok

De gemsbok (of Oryx gazella) is een antilopensoort die in de woestijnen Kalahari en Namib in het zuiden van Afrika leeft. Ze hebben verschillende opvallende kenmerken: zeer lange, dunne hoorns, een zwarte kop met witte markeringen over de ogen en snuit, een grijs-bruine vacht met zwarte markeringen op de bovenpoten en rug, en witte 'sokken'. Gemiddeld hebben gemsbokken een schofthoogte van 1,1 tot 1,3 m, een lengte van 1,9 tot 2,4 m en een hoornlengte van 85 cm. De mannetjes zijn iets groter, maar aanzienlijk zwaarder dan de vrouwtjes.

Gewoon knobbelzwijn

Het gewone knobbelzwijn (of Phacochoerus africanus) leeft ten zuiden van de Sahara in diverse omgevingen. Hoewel ze op het moment niet met uitsterven worden bedreigd, lopen ze gevaar door droogte en jacht, omdat mensen ze vaak zien als schadelijk. Dit heeft twee redenen: ze kunnen ziektes overdragen op vee en ze kunnen gewassen op landbouwgrond vernielen als ze wroeten met hun slagtanden. Een aantal groepen in de populatie is daarom uitgeroeid.

Struisvogel

De struisvogel (of Struthio camelus) is de grootste vogel ter wereld. Mannetjes hebben zwarte veren, met witte veren op de uiteinden van de vleugels en de staart. Vrouwtjes hebben grijs-bruine veren. Bij beide geslachten zijn de kop, nek en poten roze tot wit van kleur. Verder zijn er nog kleine kleurverschillen afhankelijk van de herkomst van de vogel in Afrika. De mannetjes hebben een gemiddelde hoogte van 2,1 tot 2,8 m en de vrouwtjes 1,7 tot 2 m.

Witstaartgnoe

De witstaartgnoe (of Connochaetes gnou) is een groot hoefdier uit Zuid-Afrika. Het woord 'gnoe' komt van het geluid dat ze maken als ze schrikken. De soort is te herkennen aan een bruin-zwarte vacht en L-vormige hoorns. Mannetjes zijn donkerder van kleur dan vrouwtjes en ook groter. Beide geslachten hebben dikke, borstelige manen en een lange staart net als een paard. Ze zijn tussen de 1,7 en 2,2 m lang, hebben een schofthoogte van 1,06 tot 1,21 m en wegen 120 tot 193 kg.