Machine Name
status

Japanse makaak

De Japanse makaak (of Macaca fuscata) is een apensoort die van nature alleen voorkomt op de Japanse eilanden. De aap leeft in verschillende omgevingen, zoals in de subarctische bossen in het noorden van Japan. Ze worden daarom ook wel sneeuwapen genoemd. De apen hebben een dikke, beige vacht, een witte buik en een roze gezicht. De mannetjes zijn gemiddeld 57 cm lang en wegen 11 kg. De vrouwtjes zijn iets kleiner met een lengte van 52 cm en een gewicht van 8 kg. Beide geslachten leven in groepen van 10 tot 100 apen.

Blauwe pauw

De blauwe pauw (of Pavo cristatus) is een grote vogel die oorspronkelijk uit Zuid-Azië komt, maar door mensen wereldwijd is verspreid. De mannetjes staan bekend om hun felblauwe, glimmende veren en grote, prachtige staart. Die staart waaieren ze uit om te pronken met de ogen op de veren en de grootte. Hiermee proberen ze indruk te maken op de vrouwtjes en andere mannetjes te intimideren. Vrouwelijke pauwen lijken helemaal niet op de mannetjes met hun bruine veren, een beetje blauw in de nek en een 'gewone' staart. Beide geslachten hebben wel een verenkroontje op de kop.

Grizzlybeer

De grizzlybeer (of Ursus arctos horribilis) is een ondersoort van de bruine beer. Hij komt voor in het noorden van de Verenigde Staten en Canada en wordt vaak de Noord-Amerikaanse bruine beer genoemd om verwarring te voorkomen. Een grizzlybeer is te herkennen aan zijn dikke, bruine vacht, een grote bult tussen de schouders, een rechte snuit en ronde oren. Ze hebben sterke voorpoten met lange klauwen die ze gebruiken om te graven en te jagen. Ze kunnen extreem groot worden, maar er is veel variatie in grootte tussen de verschillende populaties.

Groene leguaan

De groene leguaan (of Iguana iguana) is een grote hagedissensoort die voorkomt in heel Midden-Amerika, het noorden van Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Hij heeft een lange staart en een gekartelde kam die van zijn kop tot de onderkant van zijn ruggengraat loopt. Verder heeft hij gespierde poten met lange tenen en klauwen. Ze kunnen ook strepen hebben op hun staart en lichaam.

Flamingo

De flamingo (of Phoenicopterus roseus) is een forse trekvogel met een groot verspreidingsgebied in Europa, het Midden-Oosten, Azië en Afrika. Hij leeft in de lagunes en op de wadden van landen met een gematigd of warm klimaat. Met zijn snavel wroet hij in de modder en filtert er algen, ongewervelde dieren en zaadjes uit.

Australische bruine slang

De Australische bruine slang (of Pseudonaja textilis) is een giftige reptielensoort die in Australië en Nieuw-Guinea leeft. Hij geeft de voorkeur aan droge gebieden en is daarom te vinden in grasland, struweel en dun begroeide bossen. De slangen zijn licht tot donkerbruin van kleur, hebben vaak een lichtere onderkant en kunnen iets donkerdere spikkels hebben op hun schubben ter camouflage. Australische bruine slangen zijn gemiddeld 1,5 tot 2 m lang. De soort staat bekend om zijn verdedigende houding.

Doodsadder

De doodsadder (of Acanthophis antarcticus) is een giftige slang die leeft in de graslanden, bossen en 'bushlands' van Oost- en Zuid-Australië. Hij heeft een platte, driehoekige kop, een gedrongen lichaam en een dun staartpuntje. Hij heeft ook een ringenpatroon in de kleuren lichtbruin, donkerbruin en grijs om goed verborgen te kunnen blijven in bijvoorbeeld dode bladeren. Gemiddeld is de doodsadder tussen de 70 en 100 cm lang.

Boa constrictor

De boa constrictor is een grote slangensoort die voorkomt in Midden- en Zuid-Amerika. Ze zijn wijdverspreid en onderverdeeld in 9 ondersoorten. Alle soorten kunnen in de meeste omgevingen leven, maar je treft ze het meest aan in regenwouden, kustgebieden en halfwoestijnen. De slangen hebben veel verschillende kleuren en patronen, maar over het algemeen hebben ze lichtbruine, donkerbruine en zwarte schubben in een ruitvormig patroon over het hele lichaam. De soort is seksueel dimorf: de mannetjes en vrouwtjes zien er anders uit.

Gemsbok

De gemsbok (of Oryx gazella) is een antilopensoort die in de woestijnen Kalahari en Namib in het zuiden van Afrika leeft. Ze hebben verschillende opvallende kenmerken: zeer lange, dunne hoorns, een zwarte kop met witte markeringen over de ogen en snuit, een grijs-bruine vacht met zwarte markeringen op de bovenpoten en rug, en witte 'sokken'. Gemiddeld hebben gemsbokken een schofthoogte van 1,1 tot 1,3 m, een lengte van 1,9 tot 2,4 m en een hoornlengte van 85 cm. De mannetjes zijn iets groter, maar aanzienlijk zwaarder dan de vrouwtjes.

Gewoon knobbelzwijn

Het gewone knobbelzwijn (of Phacochoerus africanus) leeft ten zuiden van de Sahara in diverse omgevingen. Hoewel ze op het moment niet met uitsterven worden bedreigd, lopen ze gevaar door droogte en jacht, omdat mensen ze vaak zien als schadelijk. Dit heeft twee redenen: ze kunnen ziektes overdragen op vee en ze kunnen gewassen op landbouwgrond vernielen als ze wroeten met hun slagtanden. Een aantal groepen in de populatie is daarom uitgeroeid.