Machine Name
status

Gewoon stekelvarken

Het gewone stekelvarken (of Hystrix cristata) is een grote knaagdierensoort die voorkomt op de halfwoestijnen, savannen en berggebieden van Centraal- en Noord-Afrika, en Italië. De ruwe, harde vacht van het dier is donkerbruin tot zwart en het meest kenmerkende eraan zijn de zwart-witte stekels die vanaf het midden van de nek over de rug en zijkanten tot aan het eind van de staart groeien. Deze stekels worden opgezet als het stekelvarken zich bedreigd voelt en zijn erg scherp. Het gewone stekelvarken heeft een stompe, ronde snuit, kleine oogjes en ronde oren.

Kapucijnluiaard

De kapucijnluiaard (of Bradypus variegatus) is een in bomen levend zoogdier dat voorkomt in de regenwouden van Midden- en Zuid-Amerika. De kleur van de vacht is bleekgrijs tot bruin, de voorpoten zijn lang en slungelig en langer dan de achterpoten, en het dier heeft een korte, rudimentaire staart. Deze luiaardsoort heeft drie lange klauwen aan beide voor- en achterpoten. De klauwen aan de voorpoten zijn aanmerkelijk langer. De kapucijnluiaard heeft een ronde kop met onopvallende oren en donkerbruine markeringen die schuin van de ogen naar de zijkant van de kop lopen.

Penseelzwijn

Het penseelzwijn (of Potamochoerus porcus) is een klein lid van de varkensfamilie dat voorkomt in en nabij de rivieren, meren en moerassen van West- en Midden-Afrika. Het dier heeft een opvallende rode vacht over zijn hele lichaam, en het gezicht, de poten, de staart en de oren zijn zwart. Boven op de oren zit een zwart-witte pluim. Over de rug loopt een pluizige, witte streep haar. Hun gelaatstrekken zijn omkranst door een dunne streep wit haar. Het zijn seksueel dimorfe dieren, waarbij de mannetjes over het algemeen groter en zwaarder zijn dan de vrouwtjes.

Indische varaan

De Indische varaan (of Varanus salvator) is een groot reptiel dat voorkomt in de regenwouden, moerassen en mangrovebossen van de meeste warmere gebieden van Zuidoost-Azië en het Indiase subcontinent. Het is een donkergroen tot zwart gekleurd dier, met bleekbruine en gele netvormige markeringen over het hele lichaam. Op de staart vormen deze netpatronen vaak strepen. De Indische varaan is seksueel dimorf, waarbij de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes. Mannelijke Indische varanen zijn 1,5 tot 2 m lang en wegen tussen de 5 en 50 kg, met een gemiddelde van 20 kg.

Koninginnenpage

De koninginnenpage (of Papilio machaon) is een vlinder die voorkomt in de gematigde regio's, bossen en zelfs op de toendra's van Europa, Azië en Noord-Amerika. De vlinder heeft lichtgele vleugels met een grijszwart patroon op de voorvleugels en blauwzwarte accenten en rode oogvlekken op de achtervleugels. Aan de achtervleugels zit ook een langwerpig, zwart gekleurd aanhangsel dat vleugelstaart of -slip wordt genoemd. Vroeger werd als Nederlandse naam ook wel zwaluwstaart gebruikt. Er is geen verschil in uiterlijk tussen de mannetjes en de vrouwtjes.

Dagpauwoog

De dagpauwoog (of Aglais io) is een vlindersoort die voorkomt in de gematigde graslanden en bossen van Europa en Azië. De vlinder heeft vier rode vleugels met bruine randen en opvallende oogvlekken. De oogvlekken kunnen bestaan uit gele, blauwe, rode en paarse tinten, en zijn zwart omrand. De onderkant van de vleugels is bruin tot zwart. De mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit, maar de vrouwtjes kunnen tot wel 10% groter zijn. Dagpauwogen hebben een spanwijdte van 5 tot 6,4 cm. De rups van de dagpauwoog is zwart en harig, en de cocons zijn groen met stekelige randen op de rug.

Phoebis sennae

De Phoebis sennae is een vlinder die in gematigde open gebieden in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika voorkomt, zoals graslanden, parken, tuinen, waterstromen en kusten. Hij heeft gele vleugels met bruine en/of zwarte vlekken en randen. Vrouwtjes zijn meestal iets minder fel van kleur dan mannetjes en hebben gele vlekken op de donkere vleugelranden. De Phoebis sennae heeft een spanwijdte van 5,5 tot 7,8 cm. De rups van de Phoebis sennae is felgeel of -groen met een gele streep en blauwe stippen aan de zijkanten.

Negenbandgordeldier

Het in graslanden, regenwouden en droge struikgewassen te vinden negenbandgordeldier (of Dasypus novemcinctus) is een gepantserd zoogdier dat voorkomt in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Er zijn negen ondersoorten met grote uiterlijke verschillen waargenomen in het leefgebied van het negenbandgordeldier. Over het algemeen zijn de schouders en heupen van de dieren bedekt met grote platen grijsroze gevlekt pantser, en hebben ze negen kenmerkende gesegmenteerde platen op de torso, die samenkomen in een lange, geschubde staart.

Emoe

De emoe (of Dromaius novaehollandiae) is de een-na-grootste loopvogel op aarde. Alleen de struisvogel is groter. Emoes komen voor op de savannes en in de bossen van Australië. Ze hebben een lange, kale nek met soms een blauwe tint die vanaf het midden bedekt is met ruige, bruine veren, en lange, grijze poten met drie grote tenen. Ze hebben een grijze snavel, oranje ogen en pluimpjes veren boven op de kop. Mannetjes en vrouwtjes lijken sterk op elkaar, maar de vrouwtjes zijn meestal iets groter en zwaarder.

Caracal

De caracal (of Caracal caracal) is een kleine wilde kat die leeft op de savannes, moerassen, steppen, bossen en struikgewassen van Afrika en het Midden-Oosten. Het dier heeft een bleekbruin-rode vacht met een lichtere onderzijde en heeft een stevige bouw met grote voeten en een relatief korte staart. Caracals hebben lange, puntige oren met lange, zwarte pluimen aan de punten en donkere markeringen boven de ogen en aan de zijkant van hun bek. Mannetjescaracals zijn iets groter dan vrouwtjes, maar verder zijn ze identiek.