Het wild zwijn (of Sus scrofa), ook wel everzwijn genoemd, is een varkenssoort die voorkomt in de gematigde regionen van Eurazië, plus het Middellandse Zeegebied van Noord-Afrika, Aziatische woestijnen en de tropische regenwouden en graslanden van Zuidoost-Azië. De diersoort is ook geïntroduceerd in Noord- en Zuid-Amerika en Oceanië. Vanwege de grote spreiding en het aanpassingsvermogen van het dier zijn er 16 erkende ondersoorten van het wild zwijn, die onderling grote verschillen vertonen in uiterlijk. De grootste wilde zwijnen leven in Centraal- en Oost-Europa. Hun vacht bestaat uit donkerbruine, borstelige haren die op de nek van het mannetje manen vormen. Wilde zwijnen hebben een grote kop die een derde van hun lichaamslengte bedraagt. Door de krachtige nekspieren kunnen ze er zelfs mee in bevroren grond graven. De diersoort is seksueel dimorf, waarbij de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes. Mannetjes kunnen een schofthoogte bereiken van 85 tot 100 cm en een lengte van 1,45 tot 1,75 m. Ze wegen tussen de 75 en 130 kg. Vrouwtjes hebben een schofthoogte van 75 tot 90 cm, een lengte van 1,3 tot 1,57 m en een gewicht van 60 tot 90 kg.

Latin Name
Sus scrofa
Slug
wild-boar
Site
Conservation Status
Animal Category
Region
Game
Related Product