Machine Name
region

Knobbelzwaan

De knobbelzwaan (of Cygnus olor) is een grote watervogel die voorkomt in Europa en Azië, met invasieve populaties in Noord-Amerika en Japan. De knobbelzwaan is wit met zwarte poten en een oranjerode snavel, en zwarte markeringen rond de neusgaten, ogen en de rand en het puntje van de snavel. Onder volwassen exemplaren komt een bijna onopvallende leucistische vorm voor, waarbij de poten roze zijn in plaats van zwart. Jonge zwanen zijn normaal gesproken grijs, maar leucistische jonge zwanen hebben witte veren.

Wisent

De wisent (of Bison bonasus), ook vaak de Europese bizon genoemd, is een groot hoefdier dat in Oost-Europa voorkomt in de bossen en op de weiden van Polen, Rusland, Belarus, Litouwen, Oekraïne en Slowakije. Wisenten herken je aan hun grote hoofd, schouderbult en borstpartij, die allemaal bedekt zijn met een bruine, ruige vacht. Hun achterkant is iets minder zwaargebouwd en bedekt met een dunnere vacht. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben gebogen hoorns die naar het hoofd wijzen. Ze zien er verder ook hetzelfde uit, alleen zijn de mannetjes ongeveer 5% groter.

Wild zwijn

Het wild zwijn (of Sus scrofa), ook wel everzwijn genoemd, is een varkenssoort die voorkomt in de gematigde regionen van Eurazië, plus het Middellandse Zeegebied van Noord-Afrika, Aziatische woestijnen en de tropische regenwouden en graslanden van Zuidoost-Azië. De diersoort is ook geïntroduceerd in Noord- en Zuid-Amerika en Oceanië. Vanwege de grote spreiding en het aanpassingsvermogen van het dier zijn er 16 erkende ondersoorten van het wild zwijn, die onderling grote verschillen vertonen in uiterlijk. De grootste wilde zwijnen leven in Centraal- en Oost-Europa.

Takin

De takin (of Budorcas taxicolor) is een grote gnoegeit die voorkomt in de berggebieden van Tibet, Bhutan, noordelijk India, Myanmar en China. Takins hebben een stevig, runderachtig lijf en zijn bedekt met een ruige vacht. Er zijn vier ondersoorten van de takin die in vachtkleur en grootte van elkaar verschillen. De poten zijn vaak donker tot bijna zwart, en de rest van de vacht varieert van gestreept zwartbruin tot grijsgeel of goudkleurig. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes, maar beide seksen hebben hoorns van maximaal 64 cm lang.

Tasmaanse duivel

De Tasmaanse duivel (of Sarcophilus harrisii) is een groot, vleesetend buideldier dat voorkomt in de struikgewassen en bossen van Tasmanië. De diersoort is ook opnieuw geïntroduceerd in het Australische Nieuw-Zuid-Wales. Tasmaanse duivels hebben een robuuste bouw met gespierde poten en een stevige staart. Hun snuit is spits, de ogen zijn klein, en de oren rond en kaal. De vacht van de Tasmaanse duivel is zwart, met roodbruine stukken op de staart en snuit en een witte, halvemaanvormige markering over de borst en schouders.

Noordereilandkiwi

De noordereilandkiwi (of Apteryx mantelli) is een kleine loopvogel die voorkomt in de bossen van het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Het ronde lichaam is bedekt met dikke, bruine veren, met daaronder door korte, stevige poten. De kiwi heeft kleine, zwarte ogen en een lange, roze snavel. Vrouwtjes zijn iets groter en zwaarder dan de mannetjes. Ze zijn 50 tot 60 cm groot en wegen ongeveer 2,8 kg. Het mannetje is 45 tot 55 cm groot en weegt 2,2 kg.

Dwergpinguïn

De dwergpinguïn (of Eudyptula minor), in het Engels ook wel blue penguin (blauwe pinguïn) genoemd, is een kleine zeevogelsoort die voorkomt aan de kustlijn en de omringende oceanen van zuidelijk Australië en Nieuw-Zeeland. Op de rug hebben ze donkerblauwe veren en op de buik en kin witte veren. De dwergpinguïn heeft zwarte ogen, een zwarte snavel en roze poten. De mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit. Dwergpinguïns zijn gemiddeld 30 cm groot en wegen tussen de 1,1 en 1,5 kg.

Quokka

De quokka (of Setonix brachyurus) is een kleine wallabysoort die voorkomt in de moerassen, struikgewassen en bossen van Rottnest Island en Bald Island, plus de kust van het zuidwesten van Australië. Ze hebben een dikke, vaalgele vacht, grote, sterke achterpoten, kleine, beweeglijke voorpoten en een dunne staart. Hun oren en gezicht zijn rond, met een karakteristieke 'glimlach'. Quokka's zijn 40 tot 54 cm groot, waarbij de staart nog eens 25 tot 30 cm lang is. De mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes. Ze wegen tussen de 2,7 en 5 kg, terwijl de vrouwtjes 1,5 tot 3,5 kg wegen.

Fossa

De fossa (of Cryptoprocta ferox) is een groot zoogdier dat voorkomt in de bossen op de eilanden van Madagaskar. Het dier behoort tot de familie van madagaskarcivetkatten, waarvan de fossa de grootste soort is. De fossa leeft voornamelijk in bomen en heeft een lang, gestroomlijnd, katachtig lijf met een staart die ongeveer net zo lang is als het lichaam. De vacht is egaal bleekbruin. De fossa heeft ronde oren, een ronde neus en gele, katachtige ogen.

Penseelzwijn

Het penseelzwijn (of Potamochoerus porcus) is een klein lid van de varkensfamilie dat voorkomt in en nabij de rivieren, meren en moerassen van West- en Midden-Afrika. Het dier heeft een opvallende rode vacht over zijn hele lichaam, en het gezicht, de poten, de staart en de oren zijn zwart. Boven op de oren zit een zwart-witte pluim. Over de rug loopt een pluizige, witte streep haar. Hun gelaatstrekken zijn omkranst door een dunne streep wit haar. Het zijn seksueel dimorfe dieren, waarbij de mannetjes over het algemeen groter en zwaarder zijn dan de vrouwtjes.