Saiga
De saiga (of Saiga tatarica) is een runderachtige die voorkomt op de steppen en graslanden van Mongolië, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan en Rusland. Het is een bleekbruin dier met een lichte onderkant, grote ogen en ronde oren. De kenmerkende grote neus met grote, brede neusgaten is groter bij mannetjes. Mannetjes zijn over het algemeen groter en zwaarder gebouwd dan vrouwtjes en hebben rechtopstaande, bleke, licht doorzichtige hoorns van 28 tot 38 cm lang. Ze hebben een schofthoogte van 67 tot 81 cm, zijn 1,1 tot 1,4 m lang en wegen tussen de 26 en 69 kg.
Wisent
De wisent (of Bison bonasus), ook vaak de Europese bizon genoemd, is een groot hoefdier dat in Oost-Europa voorkomt in de bossen en op de weiden van Polen, Rusland, Belarus, Litouwen, Oekraïne en Slowakije. Wisenten herken je aan hun grote hoofd, schouderbult en borstpartij, die allemaal bedekt zijn met een bruine, ruige vacht. Hun achterkant is iets minder zwaargebouwd en bedekt met een dunnere vacht. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben gebogen hoorns die naar het hoofd wijzen. Ze zien er verder ook hetzelfde uit, alleen zijn de mannetjes ongeveer 5% groter.
Wild zwijn
Het wild zwijn (of Sus scrofa), ook wel everzwijn genoemd, is een varkenssoort die voorkomt in de gematigde regionen van Eurazië, plus het Middellandse Zeegebied van Noord-Afrika, Aziatische woestijnen en de tropische regenwouden en graslanden van Zuidoost-Azië. De diersoort is ook geïntroduceerd in Noord- en Zuid-Amerika en Oceanië. Vanwege de grote spreiding en het aanpassingsvermogen van het dier zijn er 16 erkende ondersoorten van het wild zwijn, die onderling grote verschillen vertonen in uiterlijk. De grootste wilde zwijnen leven in Centraal- en Oost-Europa.
Takin
De takin (of Budorcas taxicolor) is een grote gnoegeit die voorkomt in de berggebieden van Tibet, Bhutan, noordelijk India, Myanmar en China. Takins hebben een stevig, runderachtig lijf en zijn bedekt met een ruige vacht. Er zijn vier ondersoorten van de takin die in vachtkleur en grootte van elkaar verschillen. De poten zijn vaak donker tot bijna zwart, en de rest van de vacht varieert van gestreept zwartbruin tot grijsgeel of goudkleurig. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes, maar beide seksen hebben hoorns van maximaal 64 cm lang.
Halsbandpekari
De halsbandpekari (of Pecari tajacu) is een varkensachtig zoogdier dat is aangepast aan het leven in verschillende omgevingen. Het leefgebied van de halsbandpekari strekt zich uit over de regenwouden, bossen, halfwoestijngebieden en graslanden van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Halsbandpekari's hebben een ruige, grijze vacht, die iets langer is rond de nek en ruggengraat. Hun naam verwijst naar de ring van blekere vacht rond de nek. Ze hebben een varkensachtige, ronde snuit en rechte slagtanden, en kleine, ronde oortjes. De halsbandpekari is niet seksueel dimorf.
Pteropus conspicillatus
De Pteropus conspicillatus is een grote, donkere vleerhondensoort die voorkomt in de tropische regenwouden en mangroves van Nieuw-Guinea en het Australische North Queensland. Het dier heeft een zwarte vacht met geelwitte markeringen rond de nek en ogen en boven op de kop, waardoor het lijkt of het dier een bril draagt. Ze hebben grote, zwarte vleugels, puntige oren en grote, ronde ogen. De lange snuit eindigt in een stompe neus. Het dier heeft een gemiddelde lichaamslengte van 22 tot 25 cm, een vleugelwijdte van maximaal 80 cm en een gewicht van 500 tot 1000 gram.
Tasmaanse duivel
De Tasmaanse duivel (of Sarcophilus harrisii) is een groot, vleesetend buideldier dat voorkomt in de struikgewassen en bossen van Tasmanië. De diersoort is ook opnieuw geïntroduceerd in het Australische Nieuw-Zuid-Wales. Tasmaanse duivels hebben een robuuste bouw met gespierde poten en een stevige staart. Hun snuit is spits, de ogen zijn klein, en de oren rond en kaal. De vacht van de Tasmaanse duivel is zwart, met roodbruine stukken op de staart en snuit en een witte, halvemaanvormige markering over de borst en schouders.
Quokka
De quokka (of Setonix brachyurus) is een kleine wallabysoort die voorkomt in de moerassen, struikgewassen en bossen van Rottnest Island en Bald Island, plus de kust van het zuidwesten van Australië. Ze hebben een dikke, vaalgele vacht, grote, sterke achterpoten, kleine, beweeglijke voorpoten en een dunne staart. Hun oren en gezicht zijn rond, met een karakteristieke 'glimlach'. Quokka's zijn 40 tot 54 cm groot, waarbij de staart nog eens 25 tot 30 cm lang is. De mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes. Ze wegen tussen de 2,7 en 5 kg, terwijl de vrouwtjes 1,5 tot 3,5 kg wegen.
Somalische wilde ezel
De Somalische wilde ezel (of Equus africanus somaliensis) is een ondersoort van de wilde ezel, Deze paardachtige komt voor in de woestijnen en halfwoestijnen van Somalië, Djibouti, Soedan, Ethiopië en Eritrea. Het dier heeft een grijze vacht met een lichte onderkant, witte poten die bedekt zijn met dunne zwarte strepen, stijf rechtop staande manen met een zwarte bovenkant, oren met een zwart puntje en een zwart toefje aan de staart. De ezel heeft een lichte snuit die grijszwart kan zijn rond de neus en bek. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar.
Woestijnkat
De woestijnkat (of Felis Margarita) is een kleine, wilde kat die voorkomt in de woestijnen van Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Centraal-Azië. Het dier heeft een dikke, zandkleurige vacht met dunne, donkere strepen over de rug, poten en staart. Het gezicht van de woestijnkat is rond, met donkere strepen, grote oren en gele ogen. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar. Ze hebben een schofthoogte van 24 tot 36 cm en zijn 39 tot 52 cm lang, waaraan de staart nog eens 23 tot 31 cm toevoegt.