Pteropus conspicillatus
De Pteropus conspicillatus is een grote, donkere vleerhondensoort die voorkomt in de tropische regenwouden en mangroves van Nieuw-Guinea en het Australische North Queensland. Het dier heeft een zwarte vacht met geelwitte markeringen rond de nek en ogen en boven op de kop, waardoor het lijkt of het dier een bril draagt. Ze hebben grote, zwarte vleugels, puntige oren en grote, ronde ogen. De lange snuit eindigt in een stompe neus. Het dier heeft een gemiddelde lichaamslengte van 22 tot 25 cm, een vleugelwijdte van maximaal 80 cm en een gewicht van 500 tot 1000 gram.
Tasmaanse duivel
De Tasmaanse duivel (of Sarcophilus harrisii) is een groot, vleesetend buideldier dat voorkomt in de struikgewassen en bossen van Tasmanië. De diersoort is ook opnieuw geïntroduceerd in het Australische Nieuw-Zuid-Wales. Tasmaanse duivels hebben een robuuste bouw met gespierde poten en een stevige staart. Hun snuit is spits, de ogen zijn klein, en de oren rond en kaal. De vacht van de Tasmaanse duivel is zwart, met roodbruine stukken op de staart en snuit en een witte, halvemaanvormige markering over de borst en schouders.
Quokka
De quokka (of Setonix brachyurus) is een kleine wallabysoort die voorkomt in de moerassen, struikgewassen en bossen van Rottnest Island en Bald Island, plus de kust van het zuidwesten van Australië. Ze hebben een dikke, vaalgele vacht, grote, sterke achterpoten, kleine, beweeglijke voorpoten en een dunne staart. Hun oren en gezicht zijn rond, met een karakteristieke 'glimlach'. Quokka's zijn 40 tot 54 cm groot, waarbij de staart nog eens 25 tot 30 cm lang is. De mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes. Ze wegen tussen de 2,7 en 5 kg, terwijl de vrouwtjes 1,5 tot 3,5 kg wegen.
Somalische wilde ezel
De Somalische wilde ezel (of Equus africanus somaliensis) is een ondersoort van de wilde ezel, Deze paardachtige komt voor in de woestijnen en halfwoestijnen van Somalië, Djibouti, Soedan, Ethiopië en Eritrea. Het dier heeft een grijze vacht met een lichte onderkant, witte poten die bedekt zijn met dunne zwarte strepen, stijf rechtop staande manen met een zwarte bovenkant, oren met een zwart puntje en een zwart toefje aan de staart. De ezel heeft een lichte snuit die grijszwart kan zijn rond de neus en bek. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar.
Woestijnkat
De woestijnkat (of Felis Margarita) is een kleine, wilde kat die voorkomt in de woestijnen van Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Centraal-Azië. Het dier heeft een dikke, zandkleurige vacht met dunne, donkere strepen over de rug, poten en staart. Het gezicht van de woestijnkat is rond, met donkere strepen, grote oren en gele ogen. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar. Ze hebben een schofthoogte van 24 tot 36 cm en zijn 39 tot 52 cm lang, waaraan de staart nog eens 23 tot 31 cm toevoegt.
Damagazelle
De damagazelle (of Nanger dama) is een hoefdier dat voorkomt in de Sahara en de Sahel. De vacht is kort en wit op de buik, poten, achterdelen en gezicht, en roodbruin op de rug, schouders en in de nek. Op de kop van de damagazelle staan grote, uitstekende oren en zwarte, gebogen hoorns. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben hoorns, maar die van de vrouwtjes zijn veel korter. De lengte van de hoorns is bij de mannetjes 25 tot 35 cm. De hoorns van de vrouwtjes zijn gemiddeld half zo lang. Damagazellen hebben een schofthoogte van 95 tot 105 cm en zijn 140 tot 168 cm lang.
Dromedaris
De dromedaris (of Camelus dromedaris) is een kameelachtige die voorkomt in heel Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Zuidwest-Azië. Het dier is ook geïntroduceerd in Europese landen en Australië. Dromedarissen zijn gewoonlijk zandkleurig, bleekbruin of crèmekleurig, maar ze kunnen ook donkerder zijn of gevlekt. Ze hebben één enkele bult op hun rug, lange poten en een lange nek. De dromedaris heeft een gewelfde kop met kleine ronde oren, grote ogen met lange wimpers en grote, vooruitstekende lippen. Mannetjes zijn groter en zwaarder dan vrouwtjes.
Zwarte neushoorn
De zwarte neushoorn (of Diceros bicornis), ook wel de puntlipneushoorn genoemd, is een groot hoefdier dat voorkomt in de graslanden en struweelgebieden van zuidelijk en oostelijk Afrika. Zwarte neushoorns hebben twee hoorns op hun gezicht. De achterste hoorn is veel langer dan de voorste. Ze hebben een dikke, grijze huid, stevige poten, kleine ogen en ovaalvormige oren. De zwarte neushoorn heeft een schofthoogte van 1,4 tot 1,8 m, is 3 tot 3,75 m lang en weegt tussen de 800 en 1.400 kg. Mannetjes en vrouwtjes hebben een vergelijkbare omvang.
Gewoon stekelvarken
Het gewone stekelvarken (of Hystrix cristata) is een grote knaagdierensoort die voorkomt op de halfwoestijnen, savannen en berggebieden van Centraal- en Noord-Afrika, en Italië. De ruwe, harde vacht van het dier is donkerbruin tot zwart en het meest kenmerkende eraan zijn de zwart-witte stekels die vanaf het midden van de nek over de rug en zijkanten tot aan het eind van de staart groeien. Deze stekels worden opgezet als het stekelvarken zich bedreigd voelt en zijn erg scherp. Het gewone stekelvarken heeft een stompe, ronde snuit, kleine oogjes en ronde oren.
Addax
De addax (of Addax nasomaculatus) is een antilopesoort die voorkomt in afgelegen gebieden van de Sahara. Van oudsher kwam deze soort door heel Noord-Afrika voor, maar nu zijn ze alleen in gebieden in Niger en Tsjaad te vinden. De addax is crèmekleurig, wit of zandkleurig, met bruine markeringen op het gezicht en de snuit. Beide seksen hebben donkere, gedraaide horens, waardoor ze soms ook schroefhoornantilope worden genoemd. De addax kan tussen de 1,2 en 1,3 m lang worden.