Machine Name
category

Tamworthvarken

De Tamworth (of Sus domesticus) is een Engels varkensras. Het is niet bekend waar en wanneer het ras zijn oorsprong heeft, maar vermoedelijk liggen zijn wortels in de buurt van Tamworth, een stad in Engeland, van de 19e eeuw. Het ras is ontwikkeld met behulp van wilde zwijnen, waardoor de Tamworth een sterk, stevig varken is geworden. Tamworthvarkens hebben een kenmerkende rode vacht, zonder markeringen. Ze hebben een gespierd, lang lijf en relatief lange poten.

Alpengeit

De Alpengeit (of Capra hircus) is een type huisgeit die oorspronkelijk uit de Franse Alpen komt en ook wordt aangetroffen in Frankrijk, Italië en Zwitserland. De dieren werden gehouden om hun grote melkproductie en zijn optimaal aangepast aan het bergachtige klimaat. Ze hebben een gedrongen lichaam met lange, dunne ledematen en dito nek. De korte haren zijn bruin, zwart, wit of grijs, met zwarte of witte markeringen, of een combinatie van deze basiskleuren in een patroon. De kop is klein, met lange, rechte oren en enigszins gekromde hoorns.

Alpaca

De alpaca (of Vicugna pacos) is een klein, gedomesticeerd familielid van de kameelachtigen dat afkomstig is uit de Peruaanse, Boliviaanse en Chileense Andes. Duizenden jaren geleden is het dier getemd door de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Amerika, die kleding maakten van de alpacawol. Alpaca's hebben een lange, slanke hals en lange poten. Hun lichaam is bedekt met een dikke laag wol, behalve in het gezicht. Daardoor lijkt het af en toe net alsof ze een kapsel hebben. De wol kan alle gradaties van wit, rood, bruin of zwart zijn, egaal of gevlekt.

Veelvraat

De veelvraat (of Gulo gulo) is een grote marterachtige die voorkomt op de toendra's en taiga's van noordelijk Eurazië en Noord-Amerika. Dit dier heeft een robuuste bouw met stevige poten, een ronde rug, een beerachtig gezicht en kleine, ronde oren. Veelvraten hebben een dikke, bruinzwarte vacht met een geelwitte baan over de zijkanten van het lichaam, die bij de staart bij elkaar komen. Ze worden tussen de 65 en 113 cm lang, hebben een schofthoogte van 36 tot 45 cm en wegen tussen de 9 en 30 kg. Mannetjes zijn iets groter en aanmerkelijk zwaarder dan vrouwtjes.

Lippenbeer

De in de tropische regenwouden en graslanden van India, Bangladesh, Sri Lanka, Bhutan en Nepal voorkomende lippenbeer (of Melursus ursinus) is een middelgrote beer met een ruige, zwarte vacht, een lichtgrijze snuit en een opvallende grijswitte maansikkelvormige markering over de borst. Lippenberen hebben een brede kop, langwerpige snuit en harige oren met pluimpjes. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar, maar mannetjes zijn 10 tot 20% groter dan vrouwtjes, met een lengte van 1,4 tot 1,9 m, een schofthoogte van 60 tot 90 cm en een gewicht van 80 tot 145 kg.

Saiga

De saiga (of Saiga tatarica) is een runderachtige die voorkomt op de steppen en graslanden van Mongolië, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan en Rusland. Het is een bleekbruin dier met een lichte onderkant, grote ogen en ronde oren. De kenmerkende grote neus met grote, brede neusgaten is groter bij mannetjes. Mannetjes zijn over het algemeen groter en zwaarder gebouwd dan vrouwtjes en hebben rechtopstaande, bleke, licht doorzichtige hoorns van 28 tot 38 cm lang. Ze hebben een schofthoogte van 67 tot 81 cm, zijn 1,1 tot 1,4 m lang en wegen tussen de 26 en 69 kg.

Wisent

De wisent (of Bison bonasus), ook vaak de Europese bizon genoemd, is een groot hoefdier dat in Oost-Europa voorkomt in de bossen en op de weiden van Polen, Rusland, Belarus, Litouwen, Oekraïne en Slowakije. Wisenten herken je aan hun grote hoofd, schouderbult en borstpartij, die allemaal bedekt zijn met een bruine, ruige vacht. Hun achterkant is iets minder zwaargebouwd en bedekt met een dunnere vacht. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben gebogen hoorns die naar het hoofd wijzen. Ze zien er verder ook hetzelfde uit, alleen zijn de mannetjes ongeveer 5% groter.

Wild zwijn

Het wild zwijn (of Sus scrofa), ook wel everzwijn genoemd, is een varkenssoort die voorkomt in de gematigde regionen van Eurazië, plus het Middellandse Zeegebied van Noord-Afrika, Aziatische woestijnen en de tropische regenwouden en graslanden van Zuidoost-Azië. De diersoort is ook geïntroduceerd in Noord- en Zuid-Amerika en Oceanië. Vanwege de grote spreiding en het aanpassingsvermogen van het dier zijn er 16 erkende ondersoorten van het wild zwijn, die onderling grote verschillen vertonen in uiterlijk. De grootste wilde zwijnen leven in Centraal- en Oost-Europa.

Takin

De takin (of Budorcas taxicolor) is een grote gnoegeit die voorkomt in de berggebieden van Tibet, Bhutan, noordelijk India, Myanmar en China. Takins hebben een stevig, runderachtig lijf en zijn bedekt met een ruige vacht. Er zijn vier ondersoorten van de takin die in vachtkleur en grootte van elkaar verschillen. De poten zijn vaak donker tot bijna zwart, en de rest van de vacht varieert van gestreept zwartbruin tot grijsgeel of goudkleurig. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes, maar beide seksen hebben hoorns van maximaal 64 cm lang.

Halsbandpekari

De halsbandpekari (of Pecari tajacu) is een varkensachtig zoogdier dat is aangepast aan het leven in verschillende omgevingen. Het leefgebied van de halsbandpekari strekt zich uit over de regenwouden, bossen, halfwoestijngebieden en graslanden van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Halsbandpekari's hebben een ruige, grijze vacht, die iets langer is rond de nek en ruggengraat. Hun naam verwijst naar de ring van blekere vacht rond de nek. Ze hebben een varkensachtige, ronde snuit en rechte slagtanden, en kleine, ronde oortjes. De halsbandpekari is niet seksueel dimorf.