Machine Name
category

Nijlgau

De nijlgau (of Boselaphus tragocamelus) is een grote antilope die voorkomt op de graslanden en steppen en tussen de struikgewassen van India, Bangladesh, Nepal en Pakistan. De nijlgau is seksueel dimorf. Jonge nijlgaus hebben een korte, vettige, bleekbruine vacht. Vrouwtjes behouden deze vacht, maar bij mannetjes wordt hij in de loop der jaren blauwgrijs. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een witte keelvlek, maar bij de mannetjes groeit daar een baard uit. De mannetjes hebben daarnaast ook hoorns en een veel dikkere nek.

Paterdavidshert

Het paterdavidshert (of Elaphurus davidianus) is een hert dat voorkomt in de riviervalleien en gematigde graslanden van Noordoost-China. Het dier heeft een licht roodbruine vacht in de zomer en een dikke, grijze vacht in de winter. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes en hebben een groot, vertakt gewei met achterwaarts gerichte punten. Hun schofthoogte varieert van 95 cm tot 1,2 m met een lengte van 1,8 tot 2,16 m. Mannetjes wegen 160 tot 214 kg en vrouwtjes 145 tot 180 kg.

Borneodwergolifant

De Borneodwergolifant (of Elephas maximus borneensis) is een ondersoort van de Aziatische olifant die voorkomt in de regenwouden van het eiland Borneo, dat deel uitmaakt van zowel Maleisië als Indonesië. Het dier heeft een grijsbruine huid, grote oren, een lange slurf, kleine ogen en een lange staart met een kwast. Mannetjes hebben een schofthoogte van 2,5 tot 3 m en een lengte van 3,1 tot 3,8 m. Ze wegen 2950 tot 5000 kg. Vrouwtjes hebben een schofthoogte van 2 tot 2,4 m met een lengte van 2,5 tot 3,2 m en een gewicht van 2000 tot 3000 kg.

Indische antilope

De Indische antilope (of Antilope cervicapra) is een antilope die voorkomt in de graslanden, lichte bossen en halfwoestijnen van Nepal, India, Bangladesh en Pakistan. Het is een seksueel dimorfe diersoort, wat betekent dat de mannetjes en vrouwtjes verschillen in uiterlijk en grootte. De mannetjes van de Indische antilope hebben een donkerbruine vacht, met een witte onderkant en binnenkant van de poten. Ze hebben opvallende witte kringen rond de ogen en een witte kin in een verder zwart gezicht, en lange, gedraaide hoorns die in een V-vorm uit het hoofd groeien.

Wanderoe

De wanderoe (of Macaca silenus), ook wel leeuwenstaartmakaak genoemd, is een primatensoort die voorkomt in de bergbossen van de West-Ghats in India. Het dier heeft lange, zwarte haren met een grote, grijswitte kraag om het gezicht. De vacht op de borst en buik is lichter, en onder de lange staart met kwast bevinden zich twee bleekoranje vlekken. De wanderoe heeft een kop-romplengte van 40 tot 61 cm met een staart van 24 tot 38 cm. De mannetjes zijn zwaarder dan vrouwtjes en wegen 5 tot 10 kg, terwijl vrouwtjes een gewicht hebben van 3 tot 6 kg.

Japanse wasbeerhond

De Japanse wasbeerhond (of Nyctereutes viverrinus), een kleine hondachtige, komt voor in de bossen, graslanden en stedelijke gebieden van Japan. Hij wordt ook wel tanuki genoemd. Zoals je al uit de naam kunt opmaken, lijkt het dier op een wasbeer. Japanse wasbeerhonden hebben een dikke, roodachtige vacht onder een grijze dekvacht. Ze hebben zwarte poten en een zwarte streep over de ruggengraat en staart. Hun puntige oren hebben een zwarte rand en onder de ogen en de keel bevinden zich zwarte markeringen. Op de snuit, op de oren en boven de ogen is de vacht wit.

Honingdas

De honingdas (of Mellivora capensis), in het Afrikaans ook wel ratel genoemd, is een grote marterachtige die voorkomt in de bossen, graslanden en woestijnen van Afrika, het Midden-Oosten en Zuidwest-Azië. Honingdassen zijn breed en stevig gebouwd met korte, zware poten en een korte staart. De kop en snuit hebben een ronde vorm en de oren zijn klein, met weinig externe structuur. De meeste ondersoorten hebben een grijswitte vacht op de rug die tot halverwege de zijkanten en over de kop heen loopt.

Witgezichtsaki

De witgezichtsaki (of Pithecia pithecia) is een kleine primatensoort die voorkomt in de regenwouden van Brazilië, Guyana, Frans-Guyana, Suriname en Venezuela. De diersoort is seksueel dimorf, wat betekent dat de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes en beide seksen hun eigen opvallende uiterlijk hebben. De mannelijke witgezichtsaki heeft lang, zwart, ruig haar op zijn rug en staart, met op zijn buik een kortere, lichtere vacht. Rond het gezicht bevindt zich een M-vorm van witte haren. De ogen zijn oranjebruin en de neus en bek zijn zwart.

Ocelot

De ocelot (of Leopardus pardalis) is een middelgrote kattensoort die voorkomt in dichtbegroeide gebieden van het zuiden van de Verenigde Staten en Midden- en Zuid-Amerika. De ocelot is stevig gebouwd en heeft ronde oren en een ronde neus. De vacht heeft luipaardachtige patronen met oranje en zwarte rozetten en vlekken die strepen vormen op het lichaam en in het gezicht. Ocelotten zijn 55 tot 100 cm lang, waarbij de staart nog eens 40 tot 50 cm extra lengte geeft. De schofthoogte is 30 tot 45 cm.

Coyote

De coyote (of Canis latrans) is een hondachtige die in de afwisselende omgevingen van Noord- en Midden-Amerika leeft. De kleur van de vacht varieert van roodachtig bruin tot roodachtig grijs, afhankelijk van de tijd van het jaar en de geografische locatie, met meestal een iets blekere keel en buik. Coyotes hebben een slanke bouw, met grote, puntige oren en een smalle, puntige snuit. De mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit, alleen zijn de mannetjes groter en zwaarder. Ze hebben een kop-romplengte van 73 tot 94 cm en een staart van 26 tot 35 cm.