Afrikaanse luipaard
De Afrikaanse luipaard (of Panthera pardus pardus) is de nominaatondersoort van de luipaard en komt voor in Centraal en Zuidelijk Afrika. Het dier heeft een slanke bouw met een elegante kop. De vacht heeft een basiskleur die varieert van geel tot donkergoud en is bedekt met kleine, dicht op elkaar staande rozetten die richting de onderkant van het lijf, het gezicht en het topje van de staart overgaan in zwarte vlekken. De onderkant van het lichaam en de binnenkant van de poten zijn wit. De Afrikaanse luipaard is seksueel dimorf: de mannetjes zijn groter en zwaarder dan de vrouwtjes.
Brilbeer
De brilbeer (of Tremarctos ornatus) is een middelgrote beer die voorkomt in het Andesgebergte in Zuid-Amerika. De dieren hebben een zwarte, dikke vacht met witte markeringen op hun gezicht en borst. Als enige nog levende telg van het geslacht Tremarctos heeft de brilbeer een relatief vlak gezicht, vergeleken met dat van andere beersoorten. Net zoals andere beren zijn brilberen seksueel dimorf: het vrouwtje is veel kleiner dan het mannetje.
Schotse hooglander
De Schotse hooglander (of Bos taurus) is een runderras uit de hooglanden van Schotland, zoals de naam al verraadt. Schotse hooglanders staan vooral bekend om hun unieke, lange haardos. De vacht bestaat uit een krullende dekvacht, die de dieren beschermt tegen de elementen, en een donzige ondervacht, die ze warm houdt. De meeste Schotse hooglanders hebben een roestrode vacht, maar sommige exemplaren zijn blond, bruin of zwart. Op het voorhoofd bevindt zich een karakteristieke 'richel' met twee lange, gehoekte hoorns.
Hill Radnor-schaap
De Hill Radnor (of Ovis aries) is een schapenras uit het Verenigd Koninkrijk dat te vinden is in Wales en England. Zijn naam verwijst naar zijn afkomst: het heuvellandschap van het historische Welshe graafschap Radnorshire en het omliggende gebied. Waarschijnlijk is het ras ontwikkeld uit andere lokale soorten in deze streek. In 1911 werd het officieel erkend als een apart schapenras. Hill Radnors zijn winterharde schapen met brede lichamen en dikke, gebroken witte wol. De poten en het gezicht zijn bruin tot bleekbruin en vrij van wol, met een witte snuit.
Lippenbeer
De in de tropische regenwouden en graslanden van India, Bangladesh, Sri Lanka, Bhutan en Nepal voorkomende lippenbeer (of Melursus ursinus) is een middelgrote beer met een ruige, zwarte vacht, een lichtgrijze snuit en een opvallende grijswitte maansikkelvormige markering over de borst. Lippenberen hebben een brede kop, langwerpige snuit en harige oren met pluimpjes. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar, maar mannetjes zijn 10 tot 20% groter dan vrouwtjes, met een lengte van 1,4 tot 1,9 m, een schofthoogte van 60 tot 90 cm en een gewicht van 80 tot 145 kg.
Takin
De takin (of Budorcas taxicolor) is een grote gnoegeit die voorkomt in de berggebieden van Tibet, Bhutan, noordelijk India, Myanmar en China. Takins hebben een stevig, runderachtig lijf en zijn bedekt met een ruige vacht. Er zijn vier ondersoorten van de takin die in vachtkleur en grootte van elkaar verschillen. De poten zijn vaak donker tot bijna zwart, en de rest van de vacht varieert van gestreept zwartbruin tot grijsgeel of goudkleurig. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes, maar beide seksen hebben hoorns van maximaal 64 cm lang.
Noordereilandkiwi
De noordereilandkiwi (of Apteryx mantelli) is een kleine loopvogel die voorkomt in de bossen van het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Het ronde lichaam is bedekt met dikke, bruine veren, met daaronder door korte, stevige poten. De kiwi heeft kleine, zwarte ogen en een lange, roze snavel. Vrouwtjes zijn iets groter en zwaarder dan de mannetjes. Ze zijn 50 tot 60 cm groot en wegen ongeveer 2,8 kg. Het mannetje is 45 tot 55 cm groot en weegt 2,2 kg.
Quokka
De quokka (of Setonix brachyurus) is een kleine wallabysoort die voorkomt in de moerassen, struikgewassen en bossen van Rottnest Island en Bald Island, plus de kust van het zuidwesten van Australiƫ. Ze hebben een dikke, vaalgele vacht, grote, sterke achterpoten, kleine, beweeglijke voorpoten en een dunne staart. Hun oren en gezicht zijn rond, met een karakteristieke 'glimlach'. Quokka's zijn 40 tot 54 cm groot, waarbij de staart nog eens 25 tot 30 cm lang is. De mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes. Ze wegen tussen de 2,7 en 5 kg, terwijl de vrouwtjes 1,5 tot 3,5 kg wegen.
Fossa
De fossa (of Cryptoprocta ferox) is een groot zoogdier dat voorkomt in de bossen op de eilanden van Madagaskar. Het dier behoort tot de familie van madagaskarcivetkatten, waarvan de fossa de grootste soort is. De fossa leeft voornamelijk in bomen en heeft een lang, gestroomlijnd, katachtig lijf met een staart die ongeveer net zo lang is als het lichaam. De vacht is egaal bleekbruin. De fossa heeft ronde oren, een ronde neus en gele, katachtige ogen.
Blauwe morpho
De blauwe morpho (of Morpho menelaus) is een vlindersoort die voorkomt in de tropische graslanden en bossen van Midden- en Zuid-Amerika. Hij heeft felblauwe en -turquoise vleugels met zwarte randen en witte stippen. De structuur van de schubben op de vleugels zorgt voor het kenmerkende, iriserende effect. De onderkant van de vleugels is bruin en bevat meerdere oogvlekken. De mannetjes van de blauwe morpho zijn kleiner en hun vleugels zijn feller blauw en hebben dunnere randen dan die van de vrouwtjes. De gemiddelde spanwijdte van de blauwe morpho is 12 cm.