Edelhert
Het edelhert of Cervus elaphus is een wijdverspreide hoefdiersoort die voorkomt in gematigde graslanden, bosgebieden en struikgewassen in Europa, Azië en delen van Noord-Afrika. Edelherten hebben een roodbruine vacht met een lichtere onderkant. Ze hebben grote, puntige oren, grote ogen en een lange snuit. De soort is seksueel dimorf: de mannetjes zijn groter dan de vrouwtjes en krijgen grote geweien met meerdere vertakkingen. Er bestaan verschillende ondersoorten van edelherten en hun grootte varieert afhankelijk van de regio en omgevingsomstandigheden.
Gestreepte skunk
De gestreepte skunk of Mephitis mephitis is een kleine zoogdiersoort die voorkomt in Noord-Amerika, inclusief Canada, de Verenigde Staten en noordelijk Mexico. Het is een breedgebouwd, gedrongen dier met korte poten en een grote staart. Het dier heeft een smal gezicht met een puntige snuit en kleine, ronde oren. Gestreepte skunks hebben een dikke, ruige, zwart-witte vacht en zijn vernoemd naar hun kenmerkende patroon: zwart met een stuk wit op de kop dat in twee strepen over de rug en op de staart doorloopt.
Vos
De vos of Vulpes vulpes is een middelgrote hondachtige die voorkomt in heel Europa, Azië en Noord-Amerika, en sommige delen van Noord-Afrika. Vossen hebben een dikke, rode vacht met soms wat bruin of zwart erdoor en een witte onderkant. De staart is lang en dik en de poten zijn kenmerkend zwart. Mannetjes zijn 96 tot 115 cm lang, waarbij de staart verantwoordelijk is voor 32 tot 38 cm van het geheel. Ze hebben een schofthoogte van 35 tot 50 cm en wegen 4,3 tot 7,6 kg.
Wasbeer
De wasbeer of Procyon lotor is een middelgroot zoogdier dat voorkomt in heel Noord-Amerika. Het dier heeft een grijsbruine, ruige vacht, een lange staart met zwarte ringen, een puntige snuit en een opvallend patroon rond de ogen dat vaak als 'masker' wordt beschreven. Wasberen hebben zeer behendige voorpoten die ze als handen gebruiken. De dieren zijn 41 tot 70 cm lang, en hun staart voegt daar nog eens 19 tot 40 cm aan toe. Mannetjes zijn meestal groter dan vrouwtjes en wegen tussen de 2,5 en 10,4 kg, terwijl de vrouwtjes tussen de 1,8 en 7,5 kg wegen.
Wombat
De wombat of Vombatus ursinus, ook wel de ruwharige wombat genoemd, is een buideldier dat voorkomt in de struikgewassen en bosgebieden van zuidoost-Australië en Tasmanië. Het dier heeft een gedrongen, rond lichaam met korte, gespierde poten en een platte, stompe snuit. Het lichaam is bedekt met een ruige, grijsbruine vacht. Wombats zijn tussen de 90 en 115 cm lang van neus tot achterdeel en ze wegen 22 tot 39 kg. Er zijn geen opvallende uiterlijke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes.
Axolotl
De axolotl (of Ambystoma mexicanum) is een amfibie die uitsluitend voorkomt in Mexicaanse zoetwatermeren. Het Xochimilcomeer is hun enige resterende natuurlijke leefomgeving. In het wild zijn ze groen en bruin met donkere vlekken. Axolotls in dierenwinkels zijn echter vaak leucistisch (wit) of hebben andere, felle kleuren. In hun nek vallen de grote kieuwen op. Dat zie je bij alle salamanderlarven, maar vanwege hun leven in het water behoudt de axolotl ze. Het gezicht is breed, met kleine ogen en een grote mond. Ze kunnen 15 tot 45 cm lang worden en wegen gemiddeld zo'n 300 gram.
Amoerpanter
De amoerpanter (of Panthera pardus orientalis), is een ondersoort van de panter uit gematigde wouden in het Russische Verre Oosten en China. De soort is aangepast aan zowel de warme zomers als de koude winters van het gebied. Deze grote katachtige is stevig en gespierd, met een dikke staart en een breed gezicht en kleine, ronde oren. De kleur van de dichte vacht van de amoerpanter heeft als basiskleur bleekbruin tot oranje, met een witte buik. Het lichaam van het dier is bedekt met zwarte rozetten die naar de poten en onderzijde toe overgaan in dichte zwarte vlekken.
Donaukamsalamander
De donaukamsalamander (of Triturus dobrogicus) is een amfibieënsoort die voorkomt in de traag stromende delen, zijrivieren en het omringende bosgebied van de Donau. De huid op de zijkant en rug van de salamander is zwart en bruin met witte en zwarte vlekken, terwijl de buik en keel fel rood- en oranjegekleurd zijn met donkere patronen. Zoals bij alle kamsalamanders is ook deze soort seksueel dimorf. Bij de mannetjes loopt er tijdens de paartijd een opvallende puntige kam over de ruggengraat. Mannetjes zijn 13 tot 15 cm lang. De vrouwtjes zijn wat langer en worden maximaal 18 cm.
Nijlantilope
De nijlantilope (of Kobus megaceros) is een hoefdiersoort die voorkomt in de moerassen van Zuid-Soedan en Ethiopië. Ze zijn zeer seksueel dimorf: mannelijke nijlantilopes zijn groter dan vrouwtjes, met een lengte van 1,6 tot 1,8 m en een schofthoogte van 1 tot 1,05 m. Ze wegen 90 tot 120 kg. Ze hebben lange, geribbelde hoorns, en een donkerbruine vacht met witte markeringen op de schouders, het gezicht en de poten. Op de nek van het mannetje bevinden zich langere, borstelige haren. Vrouwtjes daarentegen hebben geen hoorns en hebben een veel lichtere, bleekbruine vacht.
Chinese kraanvogel
De Chinese kraanvogel (of Grus japonensis) is een waadvogel die voorkomt in de draslanden, rivieren en getijdengebieden van oostelijk Rusland, China, Mongolië, Korea en Japan. Veel kraanvogels migreren en brengen de zomer door in Rusland, China en Mongolië, terwijl ze in de winter in Korea en China verblijven. De Japanse populatie Chinese kraanvogels bestaat echter uit standvogels die niet migreren. Het verenkleed van de Chinese kraanvogel is wit, met zwarte staartveren, nek en gezicht, en een rij zwarte veren aan de vleugels. Ze hebben een kale, rode plek boven op hun kop.