Machine Name
region

Gewone pofadder

De gewone pofadder (of Bitis arietans) is een giftige slangensoort die wijdverspreid is in Afrika ten zuiden van de Sahara en in het zuiden van het Midden-Oosten. De adder is te herkennen aan zijn gedrongen lichaam, brede kop en doffe schubben. De schubben zijn beige, bruin en zwart en hebben een netvormig patroon. Hierdoor is hij perfect gecamoufleerd op de savannes en in de graslanden waar hij het liefst leeft. De slang beweegt zich langzaam voort, maar hij kan heel snel zijn als hij wordt verstoord. De gemiddelde lengte is 1 meter, hoewel sommige exemplaren bijna 2 meter worden.

Steppezebra

De steppezebra (of Equus quagga) komt voor in het oosten en zuiden van Afrika. Het dier leeft het liefst dicht bij water op de savanne. De soort is onderverdeeld in zes ondersoorten vanwege afwijkende kenmerken, die meestal te maken hebben met het strepenpatroon. De groepen paren onderling niet met elkaar. De steppezebra heeft de bekende zwart-witte strepen die alle zebra's hebben, maar zijn kleiner dan de grévyzebra en groter dan de bergzebra.

Nyala

De nyala (of Tragelaphus angasii) is een schuwe antilope die leeft in de dichte ondergroei van de savanne in Zuidoost-Afrika. Het zijn seksueel dimorfe dieren, omdat de twee geslachten er anders uitzien. De mannetjes zijn veel groter dan de vrouwtjes en hebben een donkergrijze, ruige vacht, gele poten en gedraaide hoorns met een geel puntje. De vrouwtjes zijn geelbruin van kleur en hebben geen hoorns. Beide geslachten hebben verticale witte strepen op de rug.

Komodovaraan

De komodovaraan (of Varanus komodoensis) is een grote reptielensoort die voorkomt op de Indonesische eilanden Komodo, Rinca, Flores en Gili Motang. Ze hebben een doffe groen-bruine kleur, ver uit elkaar staande, gebogen poten, een lange, gespierde staart en een gele, gevorkte tong. De mannetjes hebben een gemiddelde lengte van 2,59 m en wegen tussen de 79 en 91 kg. De vrouwtjes zijn kleiner met een lengte van 2,29 m en een gewicht van 68 tot 73 kg.

Gewoon knobbelzwijn

Het gewone knobbelzwijn (of Phacochoerus africanus) leeft ten zuiden van de Sahara in diverse omgevingen. Hoewel ze op het moment niet met uitsterven worden bedreigd, lopen ze gevaar door droogte en jacht, omdat mensen ze vaak zien als schadelijk. Dit heeft twee redenen: ze kunnen ziektes overdragen op vee en ze kunnen gewassen op landbouwgrond vernielen als ze wroeten met hun slagtanden. Een aantal groepen in de populatie is daarom uitgeroeid.

Struisvogel

De struisvogel (of Struthio camelus) is de grootste vogel ter wereld. Mannetjes hebben zwarte veren, met witte veren op de uiteinden van de vleugels en de staart. Vrouwtjes hebben grijs-bruine veren. Bij beide geslachten zijn de kop, nek en poten roze tot wit van kleur. Verder zijn er nog kleine kleurverschillen afhankelijk van de herkomst van de vogel in Afrika. De mannetjes hebben een gemiddelde hoogte van 2,1 tot 2,8 m en de vrouwtjes 1,7 tot 2 m.

Nijlpaard

Het nijlpaard (of Hippopotamus amphibius) is een groot zoogdier dat voorkomt in de rivieren ten zuiden van de Sahara. De in het water levende dieren hebben lange, vooruitstekende tanden, neusgaten boven op de snuit, kleine oren en een dikke grijs-bruine huid. Mannetjes zijn 4 tot 5 m lang en wegen tussen de 1500 en 2000 kg. Vrouwtjes zijn tussen de 3,3 en 4,2 m lang en wegen tussen de 1000 en 1500 kg.

Cheeta

De cheeta of jachtluipaard (Acinonyx jubatus) leeft op de savannes en in de droge bossen van het midden en zuiden van Afrika. Ze hebben een slank lichaam, een brede borst en een dunne staart en poten. Daarnaast hebben ze een tekening van 'uitgelopen tranen' op de kop en natuurlijk de kenmerkende vlekken. De cheeta is het snelste landdier. Hij kan een snelheid van 112 km/u bereiken als hij zijn prooi achtervolgt. Gewoonlijk jaagt hij op zoogdieren van gemiddelde grootte, zoals gazelles en impala's.

Witstaartgnoe

De witstaartgnoe (of Connochaetes gnou) is een groot hoefdier uit Zuid-Afrika. Het woord 'gnoe' komt van het geluid dat ze maken als ze schrikken. De soort is te herkennen aan een bruin-zwarte vacht en L-vormige hoorns. Mannetjes zijn donkerder van kleur dan vrouwtjes en ook groter. Beide geslachten hebben dikke, borstelige manen en een lange staart net als een paard. Ze zijn tussen de 1,7 en 2,2 m lang, hebben een schofthoogte van 1,06 tot 1,21 m en wegen 120 tot 193 kg.

Afrikaanse wilde hond

De Afrikaanse wilde hond (of Lycaon pictus) staat ook bekend als de hyenahond. Ze leven ten zuiden van de Sahara. Er zijn verschillende populaties op het continent met in totaal vijf ondersoorten. De honden zijn slanker en hebben langere poten dan andere hondachtigen. Hun oren zijn groot en rond, en ze hebben een opvallend kleurenpatroon. Over het algemeen hebben ze een geel-zwarte, gevlekte vacht met witte plekken op de poten, borst en staart. Dit verschilt per ondersoort. Hoe gevlekt ze zijn varieert ook.