Machine Name
category

West-Afrikaanse chimpansee

De West-Afrikaanse chimpansee (of Pan troglodytes verus) komt voor in de wouden van Guinee, Liberia, Senegal, Sierra Leone en Ivoorkust, en is een ondersoort van de gewone chimpansee. Samen met bonobo's zijn ze onze naaste, nog levende familieleden waarmee we meer dan 98% van ons DNA delen.

West-Afrikaanse leeuw

Hoewel er op het moment naar schatting 20.000 leeuwen in de Afrikaanse wildernis leven, is het aantal West-Afrikaanse leeuwen (of Panthera leo leo) veel kleiner. Er zijn nog maar 250 dieren over op het hele continent en daarmee is de ondersoort een van de meest bedreigde leeuwensoorten. Het dier heeft nu de beschermingsstatus 'ernstig bedreigd'.

Wolf

De wolf (of Canis lupus) is een grote hondachtige die op bijna het hele noordelijk halfrond voorkomt. Wolven zijn generalistische roofdieren, wat betekent dat ze de meeste prooien die ze kunnen vangen eten. Ze voelen zich thuis in zeer uiteenlopende omgevingen.

Thomsongazelle

De thomsongazelle (of Eudorcas thomsonii) is een klein grazend zoogdier uit Afrika, dat in het Serengeti-gebied van Tanzania en Kenia leeft. Hoewel hij ook in bossen voorkomt, prefereert hij droog grasland. Hij heeft een lichtbruine rug, witte onderkant en een donkere streep langs de zijkant. De snuit is eveneens lichtbruin en hij heeft witte wangen en wit rond de ogen. Er lopen zwarte strepen van de ogen naar de snuit. Beide seksen hebben donkere, sterk gegroefde hoorns, maar die van het mannetje zijn langer en steviger.

Springbok

De springbok (of Antidorcas marsupialis) is een kleine antilopensoort die voorkomt op de savannes in het zuiden van Afrika. Ze hebben liervormige zwarte hoorns, een geelbruine vacht met donkerbruine markeringen, een witte buik en een wit gezicht met donkerbruine markeringen die van de ogen naar de bek lopen. Mannetjes en vrouwtjes zijn ongeveer even groot en hebben beide hoorns, al zijn die van het mannetje steviger.

Gevlekte hyena

De gevlekte hyena (of Crocuta crocuta) komt ten zuiden van de Sahara voor. Het is een generalistisch roofdier dat in de meeste omgevingen kan leven, al kom je ze niet tegen in regenwouden of woestijnen. Ze hebben een heel herkenbaar uiterlijk met hun sterke voorpoten, gespierde nek en relatief zwakke achterpoten. Ze hebben een brede kop en snuit, hun vacht is zandkleurig met zwarte vlekken en ze hebben manen van de nek tot midden op de rug.

Sneeuwluipaard

De sneeuwluipaard (of Panthera uncia) is te herkennen aan zijn witte tot grijze vacht, zwarte vlekken op zijn lichaam en de zwarte stipjes op zijn gezicht. Hij leeft in de bergen van Nepal, Tibet, Noord-India, Zuid-Siberië, Pakistan, Bhutan en Mongolië. De vacht van het dier is extreem dik en goed geïsoleerd, zodat ze kunnen overleven in temperaturen tot wel -25 ºC. Ze eten voornamelijk berggeiten en -schapen, maar jagen ook op vogels en knaagdieren.

Siberische tijger

De Siberische tijger of amoertijger (Panthera tigris altaica) is het grootste dier onder de katachtigen. Hij wordt gekarakteriseerd door zijn oranje-gele vacht met dunne zwarte strepen en een lichtere vacht op de buik. Zijn kop is groot en hij heeft sterke kaken met grote hoektanden.

Sabelantilope

De sabelantilope (of Hippotragus niger) is een hoefdier dat leeft in het zuidoosten van Afrika. Ze hebben lange, geringde hoorns die naar achteren buigen, een geelbruine tot zwarte vacht en een witte buik, kin en keel. Ze hebben ook witte markeringen op hun gezicht vanaf de ogen. Mannetjes zijn groter en donkerder, en hebben langere hoorns dan de vrouwtjes. Beide geslachten grazen op de savanne en geven de voorkeur aan licht begroeide gebieden boven compleet open vlaktes.

Ringstaartmaki

Net als alle maki's of lemuren komt de ringstaartmaki (of Lemur catta) van nature alleen voor op Madagaskar. Ringstaartmaki's hebben een spitse snuit, katachtige oren en een lange staart met 12 of 13 witte ringen, 13 of 14 zwarte ringen en een puntje dat altijd zwart is. Ze zijn tussen de 39 en 46 cm lang en hebben een staart van 56 tot 63 cm. Ze leven in groepen waarmee ze rondtrekken en foerageren. Ringstaartmaki's zijn omnivoren. Ze eten fruit, bladeren, insecten en het meeste andere voedsel dat ze kunnen vinden.