Gevlekte hyena
De gevlekte hyena (of Crocuta crocuta) komt ten zuiden van de Sahara voor. Het is een generalistisch roofdier dat in de meeste omgevingen kan leven, al kom je ze niet tegen in regenwouden of woestijnen. Ze hebben een heel herkenbaar uiterlijk met hun sterke voorpoten, gespierde nek en relatief zwakke achterpoten. Ze hebben een brede kop en snuit, hun vacht is zandkleurig met zwarte vlekken en ze hebben manen van de nek tot midden op de rug.
Sneeuwluipaard
De sneeuwluipaard (of Panthera uncia) is te herkennen aan zijn witte tot grijze vacht, zwarte vlekken op zijn lichaam en de zwarte stipjes op zijn gezicht. Hij leeft in de bergen van Nepal, Tibet, Noord-India, Zuid-Siberië, Pakistan, Bhutan en Mongolië. De vacht van het dier is extreem dik en goed geïsoleerd, zodat ze kunnen overleven in temperaturen tot wel -25 ºC. Ze eten voornamelijk berggeiten en -schapen, maar jagen ook op vogels en knaagdieren.
Siberische tijger
De Siberische tijger of amoertijger (Panthera tigris altaica) is het grootste dier onder de katachtigen. Hij wordt gekarakteriseerd door zijn oranje-gele vacht met dunne zwarte strepen en een lichtere vacht op de buik. Zijn kop is groot en hij heeft sterke kaken met grote hoektanden.
Sabelantilope
De sabelantilope (of Hippotragus niger) is een hoefdier dat leeft in het zuidoosten van Afrika. Ze hebben lange, geringde hoorns die naar achteren buigen, een geelbruine tot zwarte vacht en een witte buik, kin en keel. Ze hebben ook witte markeringen op hun gezicht vanaf de ogen. Mannetjes zijn groter en donkerder, en hebben langere hoorns dan de vrouwtjes. Beide geslachten grazen op de savanne en geven de voorkeur aan licht begroeide gebieden boven compleet open vlaktes.
Ringstaartmaki
Net als alle maki's of lemuren komt de ringstaartmaki (of Lemur catta) van nature alleen voor op Madagaskar. Ringstaartmaki's hebben een spitse snuit, katachtige oren en een lange staart met 12 of 13 witte ringen, 13 of 14 zwarte ringen en een puntje dat altijd zwart is. Ze zijn tussen de 39 en 46 cm lang en hebben een staart van 56 tot 63 cm. Ze leven in groepen waarmee ze rondtrekken en foerageren. Ringstaartmaki's zijn omnivoren. Ze eten fruit, bladeren, insecten en het meeste andere voedsel dat ze kunnen vinden.
Somalische giraffe
De Somalische giraffe of netgiraffe (Giraffa camelopardalis reticulata) is een ondersoort die leeft op de savannes en in de open wouden van Kenia, Somalië en Ethiopië. De Somalische giraffe onderscheidt zich van andere ondersoorten door zijn grote, hoekige vlekken, die geelbruin tot rood van kleur zijn en worden gescheiden door witte, verbonden lijnen op de vacht. De mannetjes zijn wezenlijk langer dan de vrouwtjes en hebben flinke hoorns op hun kop. De hoorns van het vrouwtje zijn kleiner en dunner.
Rode vari
De rode vari (of Varecia rubra) is een met uitsterven bedreigde primatensoort die voorkomt in de regenwouden van het schiereiland Masoala op Madagaskar. De halfaap heeft gele ogen, een spitse zwarte snuit omringd door een 'kraag' van rood haar en een dikke rode vacht. De staart en poten zijn zwart en op zijn kop heeft hij nog een plukje wit haar.
Rode panda
De rode panda of kleine panda (Ailurus fulgens) is een klein zoogdier dat in de bossen van de Himalaya leeft en in verschillende gebieden in China. Ondanks de naam is hij niet nauw verwant met de reuzenpanda. Er zijn wel een paar overeenkomsten, zoals een dieet dat voornamelijk uit bamboe bestaat. De rode panda heeft een rode vacht, zwarte poten, een staart met ringen, witte oren en een witte snuit. Hij is gemiddeld 50 tot 64 cm lang van top tot teen en heeft een staart van 28 tot 59 cm lang. De panda's kunnen heel goed klimmen en zwemmen, en leven graag in een afwisselende omgeving.
Dwergnijlpaard
Het dwergnijlpaard (of Hexaprotodon liberiensis) is een middelgroot zoogdier dat voorkomt in de regenwouden en moerassen van Sierra Leone, Liberia, Guinee en Ivoorkust. Ze hebben een grijs-bruine huid, kleine oren en stevige poten met vier tenen. Je vindt ze meestal bij rivieren waar ze het merendeel van de tijd in de modder rollen en slapen. Ze zijn gemiddeld 75 tot 100 cm hoog en 150 tot 175 cm lang. Ze wegen tussen de 180 en 275 kg.
Gaffelbok
De gaffelbok (of Antilocapra americana) is geen echte antilope, ook al hoort hij bij de familie van gaffelantilopen. Het Noord-Amerikaanse zoogdier leeft wel in een soortgelijke omgeving als antilopen. Het dier heeft een geelbruine vracht op de rug en flanken, een witte buik en witte strepen op de hals. Ze hebben een gemiddelde schofthoogte van 81 tot 104 cm en zijn 1,3 tot 1,5 m lang. De mannetjes zijn zo'n 10% groter dan de vrouwtjes, hebben een opvallende donkere streep over de snuit en ook langere, dikkere hoorns.