Alpensteenbok
De alpensteenbok (of Capra ibex) is een grote berggeitsoort die voorkomt in de hooggebergten van Italië, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Slovenië. Hun dikke vacht is effen bruin op het lijf, met een lichte onderkant en donkerdere poten en staart. Alpensteenbokken hebben grote, geribbelde, achterwaarts over het lichaam gebogen hoorns. De mannetjes zijn veel groter en zwaarder dan de vrouwtjes. Mannetjes hebben hoorns van tussen de 69 en 98 cm, zijn tussen de 1,49 en 1,71 m lang, bereiken een hoogte van tussen de 0,90 en 1,05 m en wegen 80 tot 100 kg.
Amerikaanse stierkikker
De Amerikaanse stierkikker is een grote amfibische soort die leeft in de moerassen, plassen en meren van de Verenigde Staten en Canada. Afhankelijk van de omgeving zijn ze donkergroen, lichtgroen of lichtbruin, met een lichter gekleurde buik. Soms hebben ze donkere vlekken op de rug en een strepenpatroon op de poten. Sommige varianten van de stierkikker hebben echter geen patronen. De Amerikaanse stierkikker is seksueel dimorf: de vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes en de mannetjes hebben een opvallende gele keel en een veel groter trommelvlies aan de zijkanten van hun kop.
Zwartstaartprairiehond
De zwartstaartprairiehond is een knaagdiersoort die te vinden is op de prairies, graslanden, halfwoestijnen en steppes van de Verenigde Staten en kleine delen van Canada en Mexico. Het dier heeft een zandkleurige vacht met een wat blekere buik. Zwartstaartprairiehonden hebben lange klauwen, kleine oren, zwarte ogen en een staart met een zwarte punt. De mannetjes zijn ietsje groter dan de vrouwtjes, maar verder wijken ze uiterlijk niet af. Zwartstaartprairiehonden wegen tussen de 0,68 en 1,36 kg, hebben een kop-romplengte van 36 tot 43 cm en een staartlengte van 7,6 tot 10,2 cm.
Noord-Amerikaanse bever
De Noord-Amerikaanse bever is een grote knaagdierensoort die leeft in de gematigde bossen en riviergebieden van de Verenigde Staten en Canada. Het dier heeft een dubbele vacht die bestaat uit een bovenlaag met lange, ruwe haren en een ondervacht met kortere, fijnere haren. De vacht geeft de bever een ruw uiterlijk. De bever kan bruin, rood of bleekbruin van kleur zijn en heeft kleine ogen en oren, een zwarte, hoog op de snuit geplaatste neus en grote, opvallende voortanden. De Noord-Amerikaanse bevers hebben een kop-romplengte van 74 tot 90 cm en een staartlengte van 20 tot 35 cm.
Eland
Verschillende ondersoorten van de eland komen van nature voor in Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland, Estland, Letland, Litouwen, Polen, de Verenigde Staten en Canada. Ze leven in subarctische loofbossen en eten voornamelijk de jonge scheuten van bomen en houtachtige planten. De eland is een grote hertachtige met een dikke, bruine vacht, een opvallende bult op de nek en een karakteristieke snuit.
Poema
De poema is een grote katachtige die in de bossen, bergen, graslanden, woestijnen en struikgewassen van Canada, de Verenigde Staten, Mexico en Zuid-Amerika leeft. Het dier, dat ook wel bergleeuw en zilverleeuw wordt genoemd, heeft een zandkleurige vacht, dikke poten en een dikke staart, een brede kop met afgeronde oren, een witte snuit en donkere, traanvormige plekken onder de ogen. Mannetjes hebben een kop-romplengte van 120 tot 200 cm, een schofthoogte van 60 tot 90 cm, een staartlengte van 63 tot 95 cm en een gewicht van 53 tot 100 kg.
Californische zeeleeuw
De Californische zeeleeuw is een oorrobbensoort die voorkomt aan de westkust van de Verenigde Staten en Mexico. Deze zeeleeuw is doorgaans donkerbruin met lichtere kleuren aan de flanken en op de buik. Sommige vrouwtjes zijn lichtbruin. De jongen verschillen van uiterlijk en hebben een bleekbruine, donzige vacht die ze ruilen voor hun volwassen vacht zodra ze tussen de 5-7 maanden oud zijn. Mannetjes worden 2,25 tot 2,5 m lang en wegen 250 tot 350 kg. De aanzienlijk kleinere vrouwtjes worden zo'n 1,8 tot 2,1 m lang en wegen tussen de 80 en 100 kg.
Poolvos
De poolvos is een kleine hondachtige die voorkomt in de poolregio's en de bergtoendra van Canada, de Verenigde Staten, Groenland, IJsland, Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. In de winter hebben de meeste poolvossen een dikke, witte vacht die ze beschermt tegen de extreme temperaturen. 's Zomers is hun vacht uitgedund en bruin of donkergrijs, en bleker op de buik. Een klein percentage van de populatie blijft zowel in de winter als de zomer bruin. Deze kleurvariëteit wordt de blauwvos genoemd. De poolvos heeft afgeronde oren, kleine, amberkleurige ogen en een kleine, zwarte neus.
Amerikaanse alligator
De Amerikaanse alligator is een grote krokodilachtige die leeft in de rivieren, meren en moerasachtige gebieden van Mexico en het zuiden van de Verenigde Staten. Amerikaanse alligators zijn donkergroen, bruin of grijs van kleur en hebben een brede, afgeronde kop met een bek die zeer wijd open kan en vele tanden die soms uitsteken. Ook het lijf van de Amerikaanse alligator is breed, met meerdere richels van schubben op de rug en lateraal uitstekende poten. Meestal bewegen ze zich vlak boven de grond voort, maar tijdens het rennen komen ze omhoog.
Stokstaartje
Het stokstaartje is een sociale mangoestensoort die in complexe ondergrondse holenstelsels leeft, op de savannes en in de halfwoestijnen van zuidelijk Afrika. Het stokstaartje leeft in groepen en wordt beschouwd als 'eusociaal', wat betekent dat er sprake is van een zeer sociale organisatie, waarbinnen dieren een duidelijke rol hebben. Stokstaartjes hebben een platte, puntige kop en een zandkleurig gezicht met zwarte ogen en oren. Ze hebben een niet-egale grijs-gele vacht op hun rug en een puntige staart met een zwart uiteinde.