Wilde waterbuffel
De wilde waterbuffel (of Bubalus arnee), ook wel de Aziatische waterbuffel genoemd, is een erg grote runderachtige die voorkomt in de moerassen en uiterwaarden van Centraal-, Oost- en Zuidoost-Azië. Het huidige verspreidingsgebied van het dier is zeer gefragmenteerd. De grootste aantallen bevinden zich in India, terwijl er ook populaties leven in Nepal, Bhutan, Thailand en Cambodja. Wilde waterbuffels hebben een grijze tot zwarte huid, met borstelig, donker haar hier en daar verspreid over het lichaam. Ze hebben een lange kop met kleine oren.
Zwartvoetpinguïn
De zwartvoetpinguïn is een niet-vliegende vogel die voorkomt aan de kust en op de eilanden van Zuid-Afrika en Namibië. De zwartvoetpinguïn heeft een zwarte rug en zwemvliezen, zwarte poten en een zwart 'gezichtsmasker' met een witte rand. De torso is wit met een zwarte band over de bovenkant van de borst. De ogen van de zwartvoetpinguïn zijn omgeven door roze stukken die een rol spelen bij thermoregulatie. Elke pinguïn heeft een uniek patroon van zwarte stippen op de borst. Zwartvoetpinguïns zijn 60 tot 68 cm lang en wegen ongeveer 2,2 tot 3,5 kg.
Neusaap
De neusaap is een primatensoort die voorkomt in de regenwouden, mangroven en moeraswouden van het eiland Borneo (Indonesië, Maleisië en Brunei). De apen hebben een donkeroranje vacht op hun rug en boven op hun kop, een lichter oranje vacht op hun borst, buik en bovenarmen, en grijze vacht op hun onderlichaam, achterpoten en voorarmen. Mannetjes hebben een kenmerkende, lange neus die over hun bovenlip heen hangt. Vrouwtjes hebben dit uitgesproken kenmerk niet, maar hun neus is voor primaten toch nog vrij groot. Mannetjes en vrouwtjes verschillen in grootte.
Indische tapir
De Indische tapir is een zoogdier dat voorkomt in de regenwouden van Zuidoost-Azië. Zijn kop, schouders, voorpoten en achterpoten zijn zwart, terwijl het midden van zijn lichaam en de achterkant wit zijn. Het is een zwaargebouwd dier met een kenmerkende neus waarmee ze dingen kunnen grijpen. De Indische tapir is tussen de 1,8 en 2,5 m lang en weegt tussen de 250 en 540 kg. Vrouwtjes zijn meestal iets groter dan mannetjes en zijn 10% tot 20% zwaarder.
Dhole
De Ussuri dhole komt voor in de bossen, op de graslanden en op de toendra's van India, Nepal, China, Bangladesh, Myanmar en Thailand en is de grootste ondersoort van de Aziatische wilde hond (of dhole). De Ussuri dhole heeft een rode vacht met een witte buik en een spitse snuit. Hij heeft een zomer- en wintervacht en de wintervacht is dikker en feller rood. De dhole heeft een hoofd-lichaamslengte van 88 tot 113 cm, een staartlengte van 41 tot 50 cm en een schofthoogte van 45 tot 55 cm. Beide seksen zijn ongeveer even groot, maar het mannetje is aanzienlijk zwaarder dan het vrouwtje.
Reuzenotter
De reuzenotter is een groot waterdier dat voorkomt in het Amazonebekken en het draslandgebied Pantanal in Zuid-Amerika. De reuzenotter heeft een dikke, fluweelachtige bruine vacht met opvallende witte markeringen bij de keel. Reuzenotters hebben grote poten met zwemvliezen en een vleugelachtige staart waarmee ze goed kunnen zwemmen. Mannetjes en vrouwtjes zijn even groot, meestal tussen de 150 en 180 centimeter lang, maar kunnen in gewicht afwijken. Mannetjes wegen 26 tot 32 kg. Vrouwtjes zijn iets lichter en wegen 22 tot 26 kg.
Siberische tijger
De Siberische tijger of amoertijger (Panthera tigris altaica) is het grootste dier onder de katachtigen. Hij wordt gekarakteriseerd door zijn oranje-gele vacht met dunne zwarte strepen en een lichtere vacht op de buik. Zijn kop is groot en hij heeft sterke kaken met grote hoektanden.
Ringstaartmaki
Net als alle maki's of lemuren komt de ringstaartmaki (of Lemur catta) van nature alleen voor op Madagaskar. Ringstaartmaki's hebben een spitse snuit, katachtige oren en een lange staart met 12 of 13 witte ringen, 13 of 14 zwarte ringen en een puntje dat altijd zwart is. Ze zijn tussen de 39 en 46 cm lang en hebben een staart van 56 tot 63 cm. Ze leven in groepen waarmee ze rondtrekken en foerageren. Ringstaartmaki's zijn omnivoren. Ze eten fruit, bladeren, insecten en het meeste andere voedsel dat ze kunnen vinden.
Somalische giraffe
De Somalische giraffe of netgiraffe (Giraffa camelopardalis reticulata) is een ondersoort die leeft op de savannes en in de open wouden van Kenia, Somalië en Ethiopië. De Somalische giraffe onderscheidt zich van andere ondersoorten door zijn grote, hoekige vlekken, die geelbruin tot rood van kleur zijn en worden gescheiden door witte, verbonden lijnen op de vacht. De mannetjes zijn wezenlijk langer dan de vrouwtjes en hebben flinke hoorns op hun kop. De hoorns van het vrouwtje zijn kleiner en dunner.
Rode panda
De rode panda of kleine panda (Ailurus fulgens) is een klein zoogdier dat in de bossen van de Himalaya leeft en in verschillende gebieden in China. Ondanks de naam is hij niet nauw verwant met de reuzenpanda. Er zijn wel een paar overeenkomsten, zoals een dieet dat voornamelijk uit bamboe bestaat. De rode panda heeft een rode vacht, zwarte poten, een staart met ringen, witte oren en een witte snuit. Hij is gemiddeld 50 tot 64 cm lang van top tot teen en heeft een staart van 28 tot 59 cm lang. De panda's kunnen heel goed klimmen en zwemmen, en leven graag in een afwisselende omgeving.