Machine Name
category

Wombat

De wombat of Vombatus ursinus, ook wel de ruwharige wombat genoemd, is een buideldier dat voorkomt in de struikgewassen en bosgebieden van zuidoost-Australië en Tasmanië. Het dier heeft een gedrongen, rond lichaam met korte, gespierde poten en een platte, stompe snuit. Het lichaam is bedekt met een ruige, grijsbruine vacht. Wombats zijn tussen de 90 en 115 cm lang van neus tot achterdeel en ze wegen 22 tot 39 kg. Er zijn geen opvallende uiterlijke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes.

Siamang

De siamang (of Symphalangus syndactylus) is een soort gibbon die voorkomt in de regenwouden van het Maleisische schiereiland en het Indonesische eiland Sumatra. Het lichaam van de siamang is bedekt met een zwarte vacht die op het gezicht dunner en grijs is. Siamangs hebben zeer lange armen: hun spanwijdte is ongeveer twee keer zo groot als de lengte van hun lichaam. Ze hebben korte, gedrongen poten en moeten het doen zonder staart. Een van de opvallendste kenmerken is de keelzak onder de kin, die wordt opgeblazen wanneer ze hun stemgeluid laten horen.

Algazel

De algazel (of Oryx dammah) is een antilope die voorheen leefde in en rond de Sahara in Noord-Afrika. De vacht van de algazel is crème-wit met bleekbruine vlekken op de nek, borst en poten. Het gezicht is wit met bruine markeringen. De algazel wordt ook wel sabeloryx genoemd, naar de lange, geribbelde, gekromde hoorns van ruim 1 meter lang. Het dier heeft een lengte van 1,3 tot 2,4 meter en een schofthoogte van 1 tot 1,3 meter. De mannetjes zijn met een gewicht van tussen de 140 en 210 kg iets groter en zwaarder dan de vrouwtjes, die tussen de 90 en 140 kg wegen.

Przewalskipaard

Het przewalskipaard (of Equus ferus przewalskii) is een ondersoort van het wilde paard dat leeft op de steppen van Mongolië. Het dier, dat in het Mongools takhi wordt genoemd, is kleiner en steviger gebouwd dan de meeste andere paardachtigen, met een lengte van 2,1 tot 2,6 meter en een schofthoogte van 1,2 tot 1,5 meter. Volwassen exemplaren wegen tussen de 250 en 360 kg. Mannetjes zijn soms iets groter dan vrouwtjes, maar verder zijn er geen duidelijke verschillen tussen de geslachten.

Amoerpanter

De amoerpanter (of Panthera pardus orientalis), is een ondersoort van de panter uit gematigde wouden in het Russische Verre Oosten en China. De soort is aangepast aan zowel de warme zomers als de koude winters van het gebied. Deze grote katachtige is stevig en gespierd, met een dikke staart en een breed gezicht en kleine, ronde oren. De kleur van de dichte vacht van de amoerpanter heeft als basiskleur bleekbruin tot oranje, met een witte buik. Het lichaam van het dier is bedekt met zwarte rozetten die naar de poten en onderzijde toe overgaan in dichte zwarte vlekken.

Nijlantilope

De nijlantilope (of Kobus megaceros) is een hoefdiersoort die voorkomt in de moerassen van Zuid-Soedan en Ethiopië. Ze zijn zeer seksueel dimorf: mannelijke nijlantilopes zijn groter dan vrouwtjes, met een lengte van 1,6 tot 1,8 m en een schofthoogte van 1 tot 1,05 m. Ze wegen 90 tot 120 kg. Ze hebben lange, geribbelde hoorns, en een donkerbruine vacht met witte markeringen op de schouders, het gezicht en de poten. Op de nek van het mannetje bevinden zich langere, borstelige haren. Vrouwtjes daarentegen hebben geen hoorns en hebben een veel lichtere, bleekbruine vacht.

Wilde waterbuffel

De wilde waterbuffel (of Bubalus arnee), ook wel de Aziatische waterbuffel genoemd, is een erg grote runderachtige die voorkomt in de moerassen en uiterwaarden van Centraal-, Oost- en Zuidoost-Azië. Het huidige verspreidingsgebied van het dier is zeer gefragmenteerd. De grootste aantallen bevinden zich in India, terwijl er ook populaties leven in Nepal, Bhutan, Thailand en Cambodja. Wilde waterbuffels hebben een grijze tot zwarte huid, met borstelig, donker haar hier en daar verspreid over het lichaam. Ze hebben een lange kop met kleine oren.

Kleinklauwotter

De kleinklauwotter (of Aonyx cinereus) komt voor in de rivieren en stromen van Centraal- en Zuidoost-Azië en is de kleinste ottersoort ter wereld. Het gestroomlijnde lichaam is bedekt met een bruine vacht, met een witte buik en keel. Kleinklauwotters worden tussen de 72 en 96 cm lang en wegen 2,7 tot 5,4 kg. Er zijn geen zichtbare verschillen tussen de mannetjes en vrouwtjes van deze soort.

Vogelbekdier

Het vogelbekdier (of Ornithorhynchus anatinus) is een cloacadier dat voorkomt in beken, poelen en rivieren in oostelijk Australië, inclusief de Tasmaanse eilanden. Het heeft een dikke bruine vacht, brede klauwen met zwemvliezen, een brede, platte staart en een karakteristieke platte snavel. Mannelijke vogelbekdieren zijn 42 tot 60 cm lang en wegen 0,8 tot 2,5 kg. Vrouwtjes zijn 38 tot 55 cm lang en hebben een gewicht van 0,65 tot 2 kg.

Capibara

De capibara (of Hydrochoerus hydrochaeris) is het grootste knaagdier ter wereld dat op de savannes, in de wouden en in het drasland van Zuid-Amerika voorkomt. Zijn grote, tonvormige lijf is bedekt met ruige bruine vacht. Capibara's hebben kleine zwemvliezen tussen hun tenen die uitermate geschikt zijn voor hun leven op zowel het land als in het water. Ze hebben een kleine, rudimentaire staart en kleine oren op hun rechthoekige kop. Ze zijn 50 tot 62 cm hoog en 106 tot 134 cm lang.