Coquerels kroonsifaka
De alleen in de noordwestelijke regenwouden van Madagaskar voorkomende Coquerels kroonsifaka (of Propithecus coquereli) is een ernstig bedreigde, middelgrote makisoort. Coquerels kroonsifaka's hebben een opvallend gekleurde witte vacht met donkerrode gedeeltes op de armen, benen en rug, die vaak naar de staart toe vervagen naar grijs. Ze hebben een zwart gezicht met gele ogen en een witte streep over de neus, omgeven door een korte, witte kraag. Er is geen sprake van duidelijke seksuele dimorfie bij deze diersoort.
Lippenbeer
De in de tropische regenwouden en graslanden van India, Bangladesh, Sri Lanka, Bhutan en Nepal voorkomende lippenbeer (of Melursus ursinus) is een middelgrote beer met een ruige, zwarte vacht, een lichtgrijze snuit en een opvallende grijswitte maansikkelvormige markering over de borst. Lippenberen hebben een brede kop, langwerpige snuit en harige oren met pluimpjes. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar, maar mannetjes zijn 10 tot 20% groter dan vrouwtjes, met een lengte van 1,4 tot 1,9 m, een schofthoogte van 60 tot 90 cm en een gewicht van 80 tot 145 kg.
Halsbandpekari
De halsbandpekari (of Pecari tajacu) is een varkensachtig zoogdier dat is aangepast aan het leven in verschillende omgevingen. Het leefgebied van de halsbandpekari strekt zich uit over de regenwouden, bossen, halfwoestijngebieden en graslanden van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Halsbandpekari's hebben een ruige, grijze vacht, die iets langer is rond de nek en ruggengraat. Hun naam verwijst naar de ring van blekere vacht rond de nek. Ze hebben een varkensachtige, ronde snuit en rechte slagtanden, en kleine, ronde oortjes. De halsbandpekari is niet seksueel dimorf.
Pteropus conspicillatus
De Pteropus conspicillatus is een grote, donkere vleerhondensoort die voorkomt in de tropische regenwouden en mangroves van Nieuw-Guinea en het Australische North Queensland. Het dier heeft een zwarte vacht met geelwitte markeringen rond de nek en ogen en boven op de kop, waardoor het lijkt of het dier een bril draagt. Ze hebben grote, zwarte vleugels, puntige oren en grote, ronde ogen. De lange snuit eindigt in een stompe neus. Het dier heeft een gemiddelde lichaamslengte van 22 tot 25 cm, een vleugelwijdte van maximaal 80 cm en een gewicht van 500 tot 1000 gram.
Kapucijnluiaard
De kapucijnluiaard (of Bradypus variegatus) is een in bomen levend zoogdier dat voorkomt in de regenwouden van Midden- en Zuid-Amerika. De kleur van de vacht is bleekgrijs tot bruin, de voorpoten zijn lang en slungelig en langer dan de achterpoten, en het dier heeft een korte, rudimentaire staart. Deze luiaardsoort heeft drie lange klauwen aan beide voor- en achterpoten. De klauwen aan de voorpoten zijn aanmerkelijk langer. De kapucijnluiaard heeft een ronde kop met onopvallende oren en donkerbruine markeringen die schuin van de ogen naar de zijkant van de kop lopen.
Withandgibbon
De withandgibbon (of Hylobates lar), ook wel lar genoemd, is een primaat die voorkomt in de regenwouden van Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar en Thailand. De vacht van deze diersoort kan variëren van donkerbruin tot roodachtig, bleekbruin of crèmekleurig. Het gezicht van de gibbon is zwart met een duidelijke witte haarkrans eromheen. De handen en voeten zijn ook wit. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar met een kop-romplengte van 42 tot 59 cm en een gewicht van 4 tot 7,6 kg.
Indische varaan
De Indische varaan (of Varanus salvator) is een groot reptiel dat voorkomt in de regenwouden, moerassen en mangrovebossen van de meeste warmere gebieden van Zuidoost-Azië en het Indiase subcontinent. Het is een donkergroen tot zwart gekleurd dier, met bleekbruine en gele netvormige markeringen over het hele lichaam. Op de staart vormen deze netpatronen vaak strepen. De Indische varaan is seksueel dimorf, waarbij de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes. Mannelijke Indische varanen zijn 1,5 tot 2 m lang en wegen tussen de 5 en 50 kg, met een gemiddelde van 20 kg.
Negenbandgordeldier
Het in graslanden, regenwouden en droge struikgewassen te vinden negenbandgordeldier (of Dasypus novemcinctus) is een gepantserd zoogdier dat voorkomt in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Er zijn negen ondersoorten met grote uiterlijke verschillen waargenomen in het leefgebied van het negenbandgordeldier. Over het algemeen zijn de schouders en heupen van de dieren bedekt met grote platen grijsroze gevlekt pantser, en hebben ze negen kenmerkende gesegmenteerde platen op de torso, die samenkomen in een lange, geschubde staart.
Nijlroezet
De nijlroezet of Rousettus aegyptiacus is een reuzenvleermuis die voorkomt in de regenwouden, loofbossen en struikgewassen van de sub-Sahara, Egypte en het Arabisch Schiereiland. Nijlroezetten hebben een met gele, oranje of bruine vacht bedekt lichaam en grote, grijszwarte vleugels die meer roze zijn bij de vingers. Ze hebben een lange snuit die eindigt in een stompe neus, grote ogen en grote, puntige oren. Ze zijn gemiddeld 15 cm lang met een spanwijdte van 60 cm. Hun gewicht is 80 tot 170 gr. De mannetjes van deze diersoort zijn meestal iets groter en zwaarder dan de vrouwtjes.
Siamang
De siamang (of Symphalangus syndactylus) is een soort gibbon die voorkomt in de regenwouden van het Maleisische schiereiland en het Indonesische eiland Sumatra. Het lichaam van de siamang is bedekt met een zwarte vacht die op het gezicht dunner en grijs is. Siamangs hebben zeer lange armen: hun spanwijdte is ongeveer twee keer zo groot als de lengte van hun lichaam. Ze hebben korte, gedrongen poten en moeten het doen zonder staart. Een van de opvallendste kenmerken is de keelzak onder de kin, die wordt opgeblazen wanneer ze hun stemgeluid laten horen.