Machine Name
region

Pachliopta jophon

De Pachliopta jophon is een vlinder uit de familie van pages die voorkomt in de regenwouden van het zuidwesten van Sri Lanka. De vlinders hebben witte vleugels met zwarte randen en aderen, met rode accenten op de rand van de achtervleugels. Zoals bij veel pages bevatten de achterste vleugeldelen 'staarten'. Het lijf van de Pachliopta jophon is zwart, met rode strepen op het achterlijf. Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit, alleen zijn de voorvleugels van het vrouwtje iets groter en de patronen erop beter zichtbaar.

Borneodwergolifant

De Borneodwergolifant (of Elephas maximus borneensis) is een ondersoort van de Aziatische olifant die voorkomt in de regenwouden van het eiland Borneo, dat deel uitmaakt van zowel Maleisië als Indonesië. Het dier heeft een grijsbruine huid, grote oren, een lange slurf, kleine ogen en een lange staart met een kwast. Mannetjes hebben een schofthoogte van 2,5 tot 3 m en een lengte van 3,1 tot 3,8 m. Ze wegen 2950 tot 5000 kg. Vrouwtjes hebben een schofthoogte van 2 tot 2,4 m met een lengte van 2,5 tot 3,2 m en een gewicht van 2000 tot 3000 kg.

Wanderoe

De wanderoe (of Macaca silenus), ook wel leeuwenstaartmakaak genoemd, is een primatensoort die voorkomt in de bergbossen van de West-Ghats in India. Het dier heeft lange, zwarte haren met een grote, grijswitte kraag om het gezicht. De vacht op de borst en buik is lichter, en onder de lange staart met kwast bevinden zich twee bleekoranje vlekken. De wanderoe heeft een kop-romplengte van 40 tot 61 cm met een staart van 24 tot 38 cm. De mannetjes zijn zwaarder dan vrouwtjes en wegen 5 tot 10 kg, terwijl vrouwtjes een gewicht hebben van 3 tot 6 kg.

Witgezichtsaki

De witgezichtsaki (of Pithecia pithecia) is een kleine primatensoort die voorkomt in de regenwouden van Brazilië, Guyana, Frans-Guyana, Suriname en Venezuela. De diersoort is seksueel dimorf, wat betekent dat de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes en beide seksen hun eigen opvallende uiterlijk hebben. De mannelijke witgezichtsaki heeft lang, zwart, ruig haar op zijn rug en staart, met op zijn buik een kortere, lichtere vacht. Rond het gezicht bevindt zich een M-vorm van witte haren. De ogen zijn oranjebruin en de neus en bek zijn zwart.

Coquerels kroonsifaka

De alleen in de noordwestelijke regenwouden van Madagaskar voorkomende Coquerels kroonsifaka (of Propithecus coquereli) is een ernstig bedreigde, middelgrote makisoort. Coquerels kroonsifaka's hebben een opvallend gekleurde witte vacht met donkerrode gedeeltes op de armen, benen en rug, die vaak naar de staart toe vervagen naar grijs. Ze hebben een zwart gezicht met gele ogen en een witte streep over de neus, omgeven door een korte, witte kraag. Er is geen sprake van duidelijke seksuele dimorfie bij deze diersoort.

Lippenbeer

De in de tropische regenwouden en graslanden van India, Bangladesh, Sri Lanka, Bhutan en Nepal voorkomende lippenbeer (of Melursus ursinus) is een middelgrote beer met een ruige, zwarte vacht, een lichtgrijze snuit en een opvallende grijswitte maansikkelvormige markering over de borst. Lippenberen hebben een brede kop, langwerpige snuit en harige oren met pluimpjes. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar, maar mannetjes zijn 10 tot 20% groter dan vrouwtjes, met een lengte van 1,4 tot 1,9 m, een schofthoogte van 60 tot 90 cm en een gewicht van 80 tot 145 kg.

Halsbandpekari

De halsbandpekari (of Pecari tajacu) is een varkensachtig zoogdier dat is aangepast aan het leven in verschillende omgevingen. Het leefgebied van de halsbandpekari strekt zich uit over de regenwouden, bossen, halfwoestijngebieden en graslanden van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Halsbandpekari's hebben een ruige, grijze vacht, die iets langer is rond de nek en ruggengraat. Hun naam verwijst naar de ring van blekere vacht rond de nek. Ze hebben een varkensachtige, ronde snuit en rechte slagtanden, en kleine, ronde oortjes. De halsbandpekari is niet seksueel dimorf.

Pteropus conspicillatus

De Pteropus conspicillatus is een grote, donkere vleerhondensoort die voorkomt in de tropische regenwouden en mangroves van Nieuw-Guinea en het Australische North Queensland. Het dier heeft een zwarte vacht met geelwitte markeringen rond de nek en ogen en boven op de kop, waardoor het lijkt of het dier een bril draagt. Ze hebben grote, zwarte vleugels, puntige oren en grote, ronde ogen. De lange snuit eindigt in een stompe neus. Het dier heeft een gemiddelde lichaamslengte van 22 tot 25 cm, een vleugelwijdte van maximaal 80 cm en een gewicht van 500 tot 1000 gram.

Kapucijnluiaard

De kapucijnluiaard (of Bradypus variegatus) is een in bomen levend zoogdier dat voorkomt in de regenwouden van Midden- en Zuid-Amerika. De kleur van de vacht is bleekgrijs tot bruin, de voorpoten zijn lang en slungelig en langer dan de achterpoten, en het dier heeft een korte, rudimentaire staart. Deze luiaardsoort heeft drie lange klauwen aan beide voor- en achterpoten. De klauwen aan de voorpoten zijn aanmerkelijk langer. De kapucijnluiaard heeft een ronde kop met onopvallende oren en donkerbruine markeringen die schuin van de ogen naar de zijkant van de kop lopen.

Withandgibbon

De withandgibbon (of Hylobates lar), ook wel lar genoemd, is een primaat die voorkomt in de regenwouden van Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar en Thailand. De vacht van deze diersoort kan variëren van donkerbruin tot roodachtig, bleekbruin of crèmekleurig. Het gezicht van de gibbon is zwart met een duidelijke witte haarkrans eromheen. De handen en voeten zijn ook wit. De mannetjes en vrouwtjes lijken op elkaar met een kop-romplengte van 42 tot 59 cm en een gewicht van 4 tot 7,6 kg.