Machine Name
category

Gemsbok

De gemsbok (of Oryx gazella) is een antilopensoort die in de woestijnen Kalahari en Namib in het zuiden van Afrika leeft. Ze hebben verschillende opvallende kenmerken: zeer lange, dunne hoorns, een zwarte kop met witte markeringen over de ogen en snuit, een grijs-bruine vacht met zwarte markeringen op de bovenpoten en rug, en witte 'sokken'. Gemiddeld hebben gemsbokken een schofthoogte van 1,1 tot 1,3 m, een lengte van 1,9 tot 2,4 m en een hoornlengte van 85 cm. De mannetjes zijn iets groter, maar aanzienlijk zwaarder dan de vrouwtjes.

Formosaanse zwarte beer

De Formosaanse zwarte beer (of Ursus thibetanus formosanus) is een ondersoort van de Aziatische zwarte beer die van nature alleen voorkomt in Taiwan. Ze hebben een gedrongen bouw en een zwarte vacht, ronde oren en een lange rechte snuit. Hun opvallendste kenmerk is een V-vormige witte vlek op de borst. Formosaanse zwarte beren zijn seksueel dimorf, omdat de mannetjes veel groter zijn dan de vrouwtjes. Mannetjes wegen gemiddeld 135 kg en zijn 1,7 m lang, vrouwtjes wegen gemiddeld 70 kg en zijn 1,35 m lang.

Gewoon knobbelzwijn

Het gewone knobbelzwijn (of Phacochoerus africanus) leeft ten zuiden van de Sahara in diverse omgevingen. Hoewel ze op het moment niet met uitsterven worden bedreigd, lopen ze gevaar door droogte en jacht, omdat mensen ze vaak zien als schadelijk. Dit heeft twee redenen: ze kunnen ziektes overdragen op vee en ze kunnen gewassen op landbouwgrond vernielen als ze wroeten met hun slagtanden. Een aantal groepen in de populatie is daarom uitgeroeid.

Nijlpaard

Het nijlpaard (of Hippopotamus amphibius) is een groot zoogdier dat voorkomt in de rivieren ten zuiden van de Sahara. De in het water levende dieren hebben lange, vooruitstekende tanden, neusgaten boven op de snuit, kleine oren en een dikke grijs-bruine huid. Mannetjes zijn 4 tot 5 m lang en wegen tussen de 1500 en 2000 kg. Vrouwtjes zijn tussen de 3,3 en 4,2 m lang en wegen tussen de 1000 en 1500 kg.

Chinees schubdier

Het Chinees schubdier (of Manis pentadactyla) is een met uitsterven bedreigde insecteneter uit India, Nepal, Bhutan, Bangladesh, Myanmar, Taiwan en Zuid-China. Het zijn kleine, schuwe, trage dieren met als meest opvallende kenmerk hun gelaagde, pantserachtige schubben van keratine. Chinese schubdieren zijn tussen de 40 en 58 cm lang en hebben een staart die tussen de 25 en 38 cm lang is. Overdag slapen ze in holen en 's nachts gaan ze op zoek naar mieren, termieten en andere insecten.

Cheeta

De cheeta of jachtluipaard (Acinonyx jubatus) leeft op de savannes en in de droge bossen van het midden en zuiden van Afrika. Ze hebben een slank lichaam, een brede borst en een dunne staart en poten. Daarnaast hebben ze een tekening van 'uitgelopen tranen' op de kop en natuurlijk de kenmerkende vlekken. De cheeta is het snelste landdier. Hij kan een snelheid van 112 km/u bereiken als hij zijn prooi achtervolgt. Gewoonlijk jaagt hij op zoogdieren van gemiddelde grootte, zoals gazelles en impala's.

Borneose orang-oetan

De Borneose orang-oetan (of Pongo pygmaeus) komt voor op het eiland Borneo, zowel in het Indonesische als het Maleisische gedeelte. Het zijn grote apen die je herkent aan hun rode vacht en bruine huid. Volwassen mannetjes hebben opvallende wangplaten en keelzakken, waarmee ze hard kunnen brullen om vrouwtjes aan te trekken. Het zijn ongelooflijk intelligente dieren die in het wild gereedschappen maken en gebruiken om aan voedsel te komen. Ze kunnen niet zwemmen en daardoor wordt hun leefgebied vaak begrensd door rivieren die ze niet kunnen oversteken.

Bonobo

Bonobo's (of Pan paniscus) leven in de bossen en regenwouden van de Democratische Republiek Congo. Ze zijn het nauwst verwant aan de chimpansee (of Pan troglodytes). Van alle soorten in de natuur hebben deze twee soorten apen de meeste overeenkomsten in DNA met de mens.<br><br>Bonobo's hebben roze lippen en donkere, naar voren gerichte ogen. Ze hebben kleine oren, een platte neus met brede neusgaten en zwart haar. Mannelijke bonobo's zijn groter dan de vrouwtjes.

Bongo

Bongo's (of Tragelaphus eurycerus) zijn schuwe antilopen die in de bossen van Centraal-Afrika leven. Hun vacht is geelbruin tot rood met witte verticale strepen op het lichaam en een lichte kleur aan de binnenkant van de poten. Ze hebben grote oren en een gele streep onder de ogen. Het opvallendste aan ze zijn de lange, spiraalvormige, verticale hoorns. De mannetjes en vrouwtjes zijn ongeveer even groot: een schofthoogte van tussen de 1,1 en 1,3 m en 2,15 tot 3,15 m lang. De mannetjes zijn wel veel zwaarder: gemiddeld 310 kg tegenover de 190 kg van een vrouwtje.

Witstaartgnoe

De witstaartgnoe (of Connochaetes gnou) is een groot hoefdier uit Zuid-Afrika. Het woord 'gnoe' komt van het geluid dat ze maken als ze schrikken. De soort is te herkennen aan een bruin-zwarte vacht en L-vormige hoorns. Mannetjes zijn donkerder van kleur dan vrouwtjes en ook groter. Beide geslachten hebben dikke, borstelige manen en een lange staart net als een paard. Ze zijn tussen de 1,7 en 2,2 m lang, hebben een schofthoogte van 1,06 tot 1,21 m en wegen 120 tot 193 kg.