Het vertrouwen van je coureur voor een race is voor een groot deel afhankelijk van de balans van de auto. Een goede voorbereiding is het halve werk.
In de races van F1® Manager 23 speelt het vertrouwen van de coureur een grote rol. Als de coureurs veel vertrouwen hebben, rijden ze consistent en durven ze het vaak aan om tegenstanders te passeren. Hebben ze er weinig fiducie in, dan is de kans groter dat ze fouten maken, blokkerende wielen krijgen in bochten, liever niet inhalen en mogelijk zelfs crashen.
Een cruciale rol met betrekking tot het vertrouwen van de coureurs is weggelegd voor hun tevredenheid over de afstelling. Daaraan kun je zien of de coureurs blij zijn met de balans van de auto. Hoe tevreden coureurs over de afstelling zijn, bepaalt in grote mate hoeveel vertrouwen ze hebben voor de race. Deze handige gids geeft je de nodige inzichten over dit belangrijke systeem.
Meer informatie over de andere invloeden op het vertrouwen van de coureurs vind je in de Coureursgids voor F1® Manager 23.
Oefening baart kunst
In F1® Manager 23 gaat er veel tijd zitten in de afstelling. De kans is klein dat je meteen op de optimale balans stuit. Terwijl je coureurs bezig zijn met de vrije trainingen voor het raceweekend en het circuit leren kennen, concentreer jij je op het tweaken en aanpassen van de auto's, zodat ze perfect zijn op de dag van de race. Daar pluk je de vruchten van tijdens de kwalificatie en de race zelf.
De raceweekends beginnen doorgaans met drie vrije trainingen achter elkaar. De coureurs leren het circuit én de auto dan kennen. Terwijl je coureurs zich inspannen, wordt hun bekendheid met het circuit groter en groeit hun kennis over de auto-onderdelen. Tegelijkertijd verzamelen ze feedback over de huidige balans van de auto. Ze kunnen hun race-ingenieur feedback geven over vijf onderwerpen, van 'slecht' tot 'optimaal': overstuur, remstabiliteit, bochtenwerk, tractie en rechte stukken.
Wanneer je coureurs feedback hebben verzameld en in de garage zijn, zie je hoe tevreden ze zijn over de huidige afstelling en of ze suggesties hebben.
Tweaken, tweaken en nog eens tweaken
Zolang de auto in de pits staat, kun je hem aanpassen om de optimale balans tussen de onderdelen te vinden. Voor elk gebied van de auto is er een schuifbalk. De huidige instelling herken je aan de witte markering en de suggestie van de coureur is een blauwe grens. Je kunt de witte markeringen van de afstellingschuifbalken naar de blauwe grenzen verplaatsen met kleine aanpassingen aan de hoek van de voorvleugel, de hoek van de achtervleugel, de verdeling van de stabilisatorstang, de camber en het uitspoor.
Elke aanpassing is van invloed op meerdere aspecten van de balans van de auto. Als je bijvoorbeeld iets verandert aan het uitspoor, zie je dat terug bij het remmen, de stabiliteit en het bochtengedrag. Soms heeft een aanpassing gevolgen voor alle aspecten van de autobalans en gaan de schuifbalken verschillende kanten op. Dat geldt bijvoorbeeld voor de voor- en achtervleugel. Vaak moet je aan meerdere onderdelen sleutelen om de ideale afstelling te vinden.
Zodra je de veranderingen bevestigt, voert je pitcrew ze door en gaan je coureurs de baan weer op om feedback te verzamelen over de nieuwe afstelling. De volgende keer dat ze binnenkomen, zijn de blauwe grenzen smaller, zodat je gedetailleerdere wijzigingen kunt doorvoeren en de optimale balans kunt benaderen.
Na de eerste feedbackronde gebeurt het regelmatig dat de nieuwe afstelling weliswaar een verbetering is, maar nog steeds buiten de bijgewerkte blauwe grens valt. Voer je aanpassing door zodat de afstelling in het blauwe gebied komt. De coureurs gaan vervolgens weer op pad om feedback te geven. Als je erin slaagt om de markering in de smalle blauwe grens te krijgen, zijn je coureurs altijd tevreden.
Alles draait om communicatie
Jij beslist uiteindelijk over de afstelling van de auto en voert alle wijzigingen zelf door, maar de relaties tussen je coureurs en hun race-ingenieurs kunnen een voordeel bieden.
De race-ingenieur is degene die in directe verbinding staat met de coureur op het circuit en de feedback doorgeeft aan de pitcrew. Hoe hoger de feedbackstatistiek van de race-ingenieur, des te sneller hij of zij feedback van de coureur verzamelt en des te eerder je de auto kunt laten binnenkomen om de balans aan te passen.
Meer over de belangrijkste medewerkers van je team vind je in onze Personeelsgids voor F1® Manager 23.
Weten wanneer je moet stoppen
Pas als de coureurs de tijd hebben gehad om feedback over de afstelling te verzamelen, wordt duidelijk hoe tevreden ze erover zijn. Dus als je coureurs de kwalificatie ingaan met een auto waarmee ze niet hebben gereden, zijn al je aanpassingen voor niets geweest. Ook als de schuifbalken binnen de blauwe grenzen zijn gekomen. Daarom kun je het beste proberen om al je aanpassingen in de eerste twee vrije trainingen door te voeren, zodat de coureurs zich in de derde vrije training kunnen concentreren op het leren kennen van het circuit en de auto-onderdelen.
Dat is vooral van belang tijdens sprintweekends, waarin er maar één vrije training is voor de kwalificatie begint. Je hebt maar één of twee kansen om de auto aan te passen voor je coureurs ermee moeten strijden om een goede startpositie.
Natuurlijk moet je de auto's afstemmen op de eerstvolgende Grand Prixs, bijvoorbeeld met een achtervleugel die ideaal is voor de trage bochten van São Paulo of een chassis waarmee je hoge topsnelheden bereikt in Bakoe. Maar je hebt altijd de gelegenheid om de afstelling van beide auto's verder te perfectioneren. Je kunt de vrije trainingen simuleren, maar je team zal zelfstandig zelden een balans vinden die beter is dan die van jou.
Aangezien het vertrouwen van de coureurs voor de race voor de helft afhankelijk is van hun tevredenheid over de afstelling, kun je beter de tijd nemen om de juiste balans te vinden. Zo heb je een rechtstreekse invloed op de uitslag van de race.
Meer informatie over je rol als teambaas vind je in de Beginnersgids voor F1® Manager 23.